Algemene spelling - Leestekens

Leestekens
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leestekens

Slide 1 - Slide

Geef een voorbeeld van een leesteken

Slide 2 - Open question

Leerdoel
Ik weet wanneer ik punten, komma's, uitroeptekens, vraagtekens en aanhalingstekens moet gebruiken.

Slide 3 - Slide

Leestekens
Aan het einde van een zin kun je een punt, een uitroepteken of een vraagteken gebruiken.

Slide 4 - Slide


Slide 5 - Open question

Welk leesteken past het best?
Ik haat spruitjes
A
?
B
.
C
!
D
,

Slide 6 - Quiz

Houd jij van spruitjes
A
?
B
.
C
!
D
,

Slide 7 - Quiz

Komma's
Een komma is een rustpunt. 
Ik houd niet van spruitjes, omdat ze bitter zijn.

Slide 8 - Slide

Maak een zin met een komma

Slide 9 - Open question

Aanhalingstekens ""
Aanhalingstekens geven aan dat iemand aan het woord is.

Hij zei: "Ik houd niet van spruitjes!"

Slide 10 - Slide

Maak zelf een zin met aanhalingstekens.

Slide 11 - Open question