soorten + vormen werkwoorden

werkwoorden
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

werkwoorden

Slide 1 - Slide

werkwoorden

Slide 2 - Mind map

Deel de werkwoorden juist in.
Zelfstandige werkwoorden
Koppelwerkwoorden
zijn
worden
blijven
blijken
lijken
schijnen
spelen
werken
lopen
leren

Slide 3 - Drag question

Max Verstappen won overduidelijk de Grand Prix van São Paulo. Niemand had deze overwinning verwacht. Eerst leek hij hekkensluiter te zijn. Tijdens een regenbui kon Max snelheid winnen. Zou iemand hem nog kunnen verslaan? Of zal Max binnenkort wereldkampioen worden?
HuWW
KWW
ZWW
won
had
verwacht
leek
zijn
kon
winnen
zou
kunnen
verslaan
zal
worden

Slide 4 - Drag question

Welke vorm is dit werkwoord?

Hij heeft gisteren een stukje gewandeld.
A
voltooid deelwoord (VD)
B
imperatief (IMP)
C
persoonsvorm (PV)
D
infinitief (INF)

Slide 5 - Quiz

Welke vorm is dit werkwoord?

Zij kijkt naar mij.
A
voltooid deelwoord (VD)
B
imperatief (IMP)
C
persoonsvorm (PV)
D
infinitief (INF)

Slide 6 - Quiz

Welke vorm is dit werkwoord?

Blijf zitten!
A
voltooid deelwoord (VD)
B
imperatief (IMP)
C
persoonsvorm (PV)
D
infinitief (INF)

Slide 7 - Quiz

Welke vorm is dit werkwoord?

Alstublieft, u moet mij geloven.
A
voltooid deelwoord (VD)
B
imperatief (IMP)
C
persoonsvorm (PV)
D
infinitief (INF)

Slide 8 - Quiz

Welke vorm is dit werkwoord?

Jij deelt toch graag uit?
A
voltooid deelwoord (VD)
B
imperatief (IMP)
C
persoonsvorm (PV)
D
infinitief (INF)

Slide 9 - Quiz

Welke vorm is dit werkwoord?

Al doende leert men.
A
voltooid deelwoord (VD)
B
imperatief (IMP)
C
persoonsvorm (PV)
D
tegenwoordig deelwoord (TD)

Slide 10 - Quiz

Welke vorm is dit werkwoord?

We worden allemaal een dagje ouder.
A
voltooid deelwoord (VD)
B
imperatief (IMP)
C
persoonsvorm (PV)
D
tegenwoordig deelwoord (TD)

Slide 11 - Quiz