Thema 1 les 11

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

Tegenwoordige tijd

ik .........jij	ik vorm	ik loop
jij/hij/zij/het meisje	ik vorm+ t	hij loop t
jullie/ wij	hele ww	wij lopen

branden (tt) Het vuur ......................de hele dag.

worden (tt) ............jij later timmerman?

Verleden tijd zwakke werkwoorden

Welke regel? 

fietsen

stap 1 : en van werkwoord af

stap 2: 't kofschip

stap 3: ja--> te(n) 

nee--> de (n) 

stap 4: ik vorm opschrijven + de(n) of te(n)

stap 5: check enkelvoud of meervoud

tekenen[vt] Ben en Alex _____________ samen een prachtig paard.

lopen[vt] De mensen _____________ afgelopen zaterdag allemaal mee.

verhuizen[vt] Jij _____________ gistermiddag naar een ander huis.

proeven [vd] Leonie heeft het eten ............

poetsen [vd] Vorige week heb jij de verf van je tafel....................

we gaan aan het werk

Dictee in je werkboek

Klaar laat je schrift open liggen. Juf checkt nog even

Alles goed dan morgen **

1 of meer fouten dan morgen *

Je gaat lezen.