Onderwerp formules T4

Lineair of niet?
A
Ja
B
Nee
1 / 19
next
Slide 1: Quiz
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lineair of niet?
A
Ja
B
Nee

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Lineair of niet?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Lineair of niet?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Welke formules zijn lineair?
A
A, B, C
B
D
C
D, E
D
A, B, C, E

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de lineaire formules zijn stijgend?
A
A, B, C
B
D
C
D, E
D
A, B, C, E

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Welke lineaire formules zijn hetzelfde?
A
alleen A en C
B
geen van allen
C
A en C & B en E
D
alleen B en E

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

welke is
lineair?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions


Wat is de oplossing van de lineaire vergelijking?
A
x = 5
B
x=332
C
x = -5
D
x=271

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Is dit lineair of exponentieel?
t
2
4
6
H
100
200
400
A
lineair
B
exponentieel

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Is er spraken van een exponentieel verband?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Is er spraken van een exponentieel verband?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welk kenmerk heeft een exponentieel verband?
A
een % in de formule
B
een rechte lijn als grafiek
C
een groeifactor in de formule
D
een getal in de exponent

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de algemene formule voor een exponentieel verband?
A
N=bgt
B
y=ax+b
C
y=a+b2

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de volgende formules is exponentieel?
A
y=2x4+3
B
y=251,35t
C
y=4x+4
D
y=(2x+3)

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wel of geen exponentieel verband?
A
Wel een exponentieel verband
B
Geen exponentieel verband

Slide 15 - Quiz

Vaardigheden ontwikkelen. 
Hoe toon je aan dat dit de tabel is van een exponentieel verband?
A
van alle getallen het rechtse getal delen door het linkse getal en geeft dezelfde uitkomst
B
berekenen hoeveel er per keer bij komt
C
berekenen hoeveel er per keer af gaat

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Bereken de groeifactor bij
dit exponentieel verband
A
440 : 400 = 1,1
B
440 - 400 = 40
C
400 : 440 = 0,91

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de groeifactor en wat is de beginhoeveelheid bij een exponentieel verband
A
Begin: 2 Groei: 5
B
Begin: t Groei: h
C
Begin: 5 Groei: 2
D
Begin: h Groei: t

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de groeifactor en wat is de beginhoeveelheid bij een exponentieel verband
A
Begin: 9 Groei: 5
B
Begin: 5 Groei: 9
C
Begin: t Groei: h
D
Begin: h Groei: t

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions