Allerlei verbanden. Noem minimaal 4 verschillende verbanden uit hoofdstuk 8.
1 / 27
next
Slide 1: Open question
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Allerlei verbanden. Noem minimaal 4 verschillende verbanden uit hoofdstuk 8.
Slide 1 - Open question
Bij een tabel is het verschil in de toenames steeds gelijk. Er is hier sprake van een ...
A
kwadratisch verband
B
wortelverband
C
lineair verband
D
exponentieel verband
Slide 2 - Quiz
Bij dit verband hoort een parabool
A
Lineair verband
B
Omgekeerd evenredig verband
C
Kwadratisch verband
D
Exponentieel verband
Slide 3 - Quiz
kwadratisch verband
exponentieel verband
evenredig verband
lineair stijgend verband
wortel verband
periodiek verband
Omgekeerd evenredig verband
Slide 4 - Drag question
Wat is de groeifactor en wat is de beginhoeveelheid bij een exponentieel verband
A
Begingetal = 9
Groeifactor = 5
B
Begingetal = h
Groeifactor = 5
C
Begingetal = 9
Groeifactor = t
D
Begingetal = h
Groeifactor = t
Slide 5 - Quiz
Wat is het begingetal bij dit exponentieel verband?
A
0
B
400
Slide 6 - Quiz
Wat is de standaardformule voor exponentiële groei?
Slide 7 - Open question
Bereken de groeifactor bij dit exponentieel verband
A
440 : 400 = 1,1
B
440 - 400 = 40
C
400 : 440 = 0,91
Slide 8 - Quiz
Ik parkeer de auto in een parkeergarage. Ik betaal € 1,80 per uur.
Van welk verband is hier sprake?
A
Exponentieel verband
B
Lineair verband
C
Kwadratisch verband
D
Periodiek verband
Slide 9 - Quiz
Sissa mocht van de koning zelf een beloning kiezen. Sissa koos: leg op het eerste veld van het schaakspel 1 rijstkorrel, op het volgende 2, het volgende 4 etc. tot alle 64 velden vol zijn. Hebben we te maken met een exponentieel verband?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quiz
Bij een exponentiële groei is de groeifactor 1,735 per maand. Geef het groeipercentage per maand.
Slide 11 - Open question
Bij een exponentiële groei is de groeifactor 0,845 per dag. Met hoeveel procent neemt de hoeveelheid af, per dag?
Slide 12 - Open question
Ik stort 400 euro op mijn bankrekening en ontvang 2% rente per jaar. Welk verband hoort hierbij?
A
lineair verband
B
kwadratisch verband
C
exponentieel verband
D
hyperbolisch verband
Slide 13 - Quiz
Is er spraken van een exponentieel verband?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quiz
Wat is het verband
A
lineair
B
kwadratisch
C
omgekeerd evenredig
D
exponentieel
Slide 15 - Quiz
Wat is het verband
A
lineair verband
B
kwadratisch verband
C
omgekeerd evenredig verband
D
exponentieel verband
Slide 16 - Quiz
Is AB een omgekeerd evenredig verband?
A
3
1
6
2
B
6
18
108
36
timer
1:00
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quiz
Is CD een omgekeerd evenredig verband?
C
3
9
6
12
D
6
2
3
1,5
timer
1:00
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quiz
Een vrachtauto kan met 45 liter diesel 540 km rijden. Is dit een evenredig of omgekeerd evenredig verband?
A
evenredig
B
geen van beiden
C
omgekeerd evenredig
D
kan allebei zijn
Slide 19 - Quiz
Om een fabriekshal schoon te maken moeten 3 schoonmakers 18 uur werken. Er is sprake van een omgekeerd evenredig verband. Hoeveel uur doen 12 schoonmakers erover?
A
72 uur
B
6 uur
C
4,5 uur
D
3 uur
Slide 20 - Quiz
De grafiek van een omgekeerd evenredig verband is een ....
A
hyperbool
B
parabool
Slide 21 - Quiz
Bij welk verband hoort het begrip: groeifactor
A
Lineair verband
B
Kwadratisch verband
C
Exponentiëel verband
D
Periodiek verband
Slide 22 - Quiz
Bij welk verband hoort het begrip: richtingscoëfficiënt
A
Lineair verband
B
Kwadratisch verband
C
Exponentiëel verband
D
Periodiek verband
Slide 23 - Quiz
Bij welk verband hoort het begrip: product-som methode