Module 2 2.2

Lesdoelen
Aan het einde van de lessen weet je het verschil tussen vaste (ck), variabele kosten (vk) en totale kosten (tk), wat gemiddelde totale kosten (gtk) en marginale kosten (mk) zijn, en kun je hiermee rekenen.
1 / 30
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lesdoelen
Aan het einde van de lessen weet je het verschil tussen vaste (ck), variabele kosten (vk) en totale kosten (tk), wat gemiddelde totale kosten (gtk) en marginale kosten (mk) zijn, en kun je hiermee rekenen.

Slide 1 - Slide

Waar hangt vanaf hoeveel goederen en diensten de producenten zullen aanbieden / willen verkopen?
  • Prijs die ze ervoor krijgen
  • Kosten die ze ervoor moeten maken

Slide 2 - Slide

Uitleg Productiekosten
Kosten die gemaakt moeten worden om iets te produceren / maken => Productiekosten
  • Vaste kosten zoals huur gebouw, aanschaf machine
  • Variabele kosten zoals grondstoffen of loon
  • Verschil => Vaste kosten zijn er altijd, ook als er niets gemaakt wordt. Variabele kosten veranderen met de hoeveelheid die gemaakt wordt.

Slide 3 - Slide

Loon = € 20 per uur

Slide 4 - Slide

Uitleg TK
Totale kosten (TK) = 
vaste kosten + 
variabele kosten

  • Hoeveel muren zal 
de stukadoor gaan stuken?

Slide 5 - Slide

Uitleg GTK 
GTK bij 1 product?
  • € 34 : 1 = € 34
GTK bij 2 producten?
  • € 64 : 2 = € 32
GTK bij 3 producten?
  • € 114 : 3 = € 38
  • Etc.

Slide 6 - Slide

Uitleg GTK 
Waardoor eerst een daling en daarna een stijging?
  • Daling: vaste kosten worden over meer producten verdeeld
  • Stijging: variabele kosten per muur stijgen (stukadoor kan aan eind dag minder snel stuken)

Slide 7 - Slide

Uitleg MK
Marginale kosten => extra totale kosten voor het maken van 1 extra product.



  • In § 2.4 hoe we de MK gaan gebruiken om te bepalen hoeveel er gemaakt wordt.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wat is de formule van TK?
A
TK = P*Q
B
TK=TW-TO
C
TK=TCK+TVK
D
TK=TCK-TVK

Slide 16 - Quiz

Loonkosten zijn (oproepkrachten):
A
variabele kosten
B
vaste kosten

Slide 17 - Quiz

Zijn onderstaande kosten variabele kosten of vaste kosten?

huur gebouw
A
variabele kosten
B
vaste kosten

Slide 18 - Quiz

TO = 560q
TK = 30q + 340

MK =
A
30
B
30q
C
340

Slide 19 - Quiz

Gegevens van bedrijf Bull
De verkoopprijs van een blikje redbull is € 2. Ze verkopen 2.500 blikjes per jaar tegen vaste kosten van €5.000 en variabele kosten van €1 per 4 blikjes.

Maak de vergelijking van de TK
A
TK = Q + 5.000
B
TK = Q - 5.000
C
TK = 0,25Q + 5.000
D
TK = 0,25Q - 5.000

Slide 20 - Quiz

Er worden 50 producten extra gemaakt en de kosten stijgen met €1500. Hoeveel is MK?
A
€10
B
€20
C
€30
D
€40

Slide 21 - Quiz

Lesdoelen
Aan het einde van de lessen weet je het verschil tussen vaste (ck), variabele kosten (vk) en totale kosten (tk), wat gemiddelde totale kosten (gtk) en marginale kosten (mk) zijn, en kun je hiermee rekenen.

Slide 22 - Slide

In welke mate zijn de lesdoelen behaalt?
0100

Slide 23 - Poll

Zijn er nog vragen en/of onduidelijkheden?

Slide 24 - Open question

Huiswerk
Digitaal maken module 3 hoofdstuk 2 vraag 4 t/m 10

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video