2.5 Woorden les 2

  • Goedemorgen 

  • Lesboek en etui op de hoek van je
      tafel.
  • Begin met het maken van
     opdracht 7, 8, 9 en 10A
      op blz. 136 - 138
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

  • Goedemorgen 

  • Lesboek en etui op de hoek van je
      tafel.
  • Begin met het maken van
     opdracht 7, 8, 9 en 10A
      op blz. 136 - 138

Slide 1 - Slide

2.5 Woorden
  • Hoofdstuktoets op 22-23 november gaat over de paragrafen

  • 2.3 Lezen 
  • 2.5 Woorden
  • 2.7 Grammatica
  • 2.8 Spelling

Slide 2 - Slide

Vandaag
  • Bespreken huiswerk - Leestaak
  • Instructie achtervoegsel
  • Aan de slag

Slide 3 - Slide

2.5 Huiswerk bespreken
- Bespreken 4b t/m 6 blz. 134 - 136







Slide 4 - Slide

2.5 Woorden
Milieu en milieu

  • Hetzelfde woord, verschillende betekenissen.
  • Door de vervuiling van de fabrieken gaat het slecht met het milieu.
  • Een prins of prinses komt vaak uit een beter milieu.

Slide 5 - Slide

2.5 Woorden
Leerdoelen vandaag
  • wat achtervoegsels zijn

Slide 6 - Slide

2.5 Woorden
Leertekst Achtervoegsel (blz. 138)

Achtervoegsels zet je achter een woord. De betekenis van het woord verandert als je er een achtervoegsel achter zet.

Voorbeeld: het achtervoegsel -loos betekent ‘zonder’.
waarde + loos = waardeloos = zonder waarde
draad + loos = draadloos = zonder draad

Sommige achtervoegsels maken van een mannelijk woord een vrouwelijk woord.
boer + in = boerin = vrouwelijke boer
zanger + es = zangeres = vrouwelijke zanger

Slide 7 - Slide

2.5 Woorden
Leertekst Achtervoegsel (blz. 138)


achtervoegsel
betekenis
voorbeeld
- loos
zonder
werkloos
- achtig
een beetje als een....
kinderachtig
- baar
te ....
eetbaar
- je, - tje, -pje
klein(er)
boompje, tafeltje
- es
vrouwelijk
danseres

Slide 8 - Slide

2.5 woorden - achtervoegsel
  • Maak opdracht 12, 13 en 15 op blz. 139-140.

Slide 9 - Slide

1.5 Woorden
Geleerd
  • 25 nieuwe woorden gebruiken
  • achtervoegsel gebruiken

Slide 10 - Slide

Afspraken over lezen
  • Start van de les begin je met 10
     minuten lezen in je boek.
  • Daarna boek op de hoek van je
     tafel.
  • Aan het einde van de les zet je het
     boek netjes terug in de kast.

Slide 11 - Slide

2.5 hoe leer je de woorden?
  1. Leg een blaadje over de betekenis van de woorden.
  2. Lees het eerste woord, en bedenk wat het betekent
  3. Schuif dan je blaadje een stukje naar beneden en kijk of jouw betekenis klopt met de betekenis die er staat.
  4. Klopt jouw betekenis, dan zet je een kruisje in de juiste kolom (ken ik goed - een een beetje - niet)

Slide 12 - Slide