Taaltrap les 15-2 De omgeving

• NT2
• Middelbare school
• ISK
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands

• Telefoon in de telefoontas
• Tas op de grond
• Kauwgum in de prullenbak
• Jas in je kluisje

Het is donderdag
21 maart 2024

De lente is begonnen!

De dag vandaag

Taaltrap les 15-2

De omgeving

Wat leer je?

->Je leert woorden over 

'De omgeving'

->Je leert wat verkleinwoorden zijn.

Kijk op blz. 174 

of naar het bord.

De docent zegt de woorden. 

Jullie luisteren naar de docent.

Daarna zeggen jullie de woorden na.

Na de uitleg van blz. 175 

schrijf je de woorden in je schrift.

Zet de vertaling erbij.

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat zijn dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Woorden van blz. 174

(Eerst uitleg van blz. 175.)

Schrijf je de woorden in je schrift.

Zet de vertaling erbij. 

Kijk op blz. 175 

Lees de vraag.

Zoek of bedenk het antwoord.

Schrijf het antwoord in je schrift. 

Maak een zin. Bijvoorbeeld:

Op een boerderij werkt de boer.

De boer werkt op de boerderij.

Eerder klaar?

Uitspraak:   blz.  177 - les 15.12

Luister en lees mee! 

Wat valt je op?

Luister en zeg na

ha	hal	haal
ba	bal	baal
sta	stal	staal
na	nat	naat

Luister en zeg na

en	een	geen
er	eer	heer
ef	eef	geef
em	eem	neem

Luister en zeg na

la	lat	laatje
ka	kat	kaatje
va	vat	vaatje
ga	gat	gaatje

Luister en zeg na

dop	doop	droop
stop	stoop	stroop
kop	koop	knoop
lop	loop	sloop

Verkleinwoorden

15.8

In deze tafel 

zit een laatje.

In dat laatje

zit een boekje.

In dat boekje 

staat een plaatje.

Bij dat plaatje

is een verhaaltje

van een koekje

met een gaatje.

Maak nu opdracht 15.9

Eerder klaar?