3.2 Een verzuild land in crisis

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

VERZUILING : EIND 19e EEUW

= VERDELING VAN DE SAMENLEVING IN (VOLKS)GROEPEN MET EEN EIGEN POLITIEKE EN GODSDIENSTIGE OVERTUIGING

De samenleving raakte verdeeld in groepen. Welk begrip past hier het beste bij?

1. Verzuiling
2. Groepering
3. Pacificatie
4. Nationalisme

Noem 4 voorbeelden van organisaties die 'verzuild' waren rond 1900

Confessionele meerderheid

• Na 1918: Confessionelen wonnen veel zetels in 2e kamer
• Confessionelen: partijen (ARP en RKSP) die geloof belangrijk vonden in de politiek!
• Sinds 1917 was er een nieuw kiesstelsel waardoor er meer (kleine) partijen in de 2e kamer kwamen
  

SDAP (Sociaal Democratische Arbeiders Partij)

ARP (Anti-Revolutionaire Partij)

RKSP (Rooms-Katholieke Staatspartij)

Vrijheidsbond

Pieter Jelles Troelstra (SDAP)

Socialisten

Ferdinand Domela Nieuwenhuis (SDB)

Communisten

Herman Schaepman (RKSP)

Katholieken

Abraham Kuyper (ARP)

Protestanten

Hoewel het in veel andere landen goed ging begin jaren '30, beleefde Nederland een economische crisis

1. Juist
2. Onjuist

Om de crisis op te lossen, wilde de SDAP dat de overheid zou.....

1. Bezuinigen
2. Investeren
3. Oorlog voeren
4. Lenen

Om de crisis op te lossen wilde minister-president Colijn......

1. Geld lenen
2. Investeren
3. Bezuinigen
4. Oorlog voeren

Crisistijd jaren '30

• Begin jaren 1930: hoge werklossheid, armoede en ellende
• Werklozen moesten stempelen (zwartwerken voorkomen)
• Minister-president Colijn voerde een aanpassingspolitiek (bezuinigingen zoals verlaging uitkeringen)
• Instellen van werkverschaffingsprojecten (b.v: kanalen graven, wegen aanleggen etc.)
• Door crisis ontstaan van anti-democratische partijen: NSB en CPN

De NSB (nationaal Socialistische Beweging), was een ............partij

1. Fascistische
2. Liberale
3. Socialistische
4. Confessionele