Quiz hoofdstuk 2 en 3 Allround

1 / 31
next
Slide 1: Slide
Applicatie- en mediaontwikkelaarMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is een de goede beroepshouding?
A
ik kijk iemand niet aan als ik kennis maak
B
ik wacht tot het gesprek begint
C
ik geef een hand en stel mij voor
D
ik kijk naar de grond en wacht af

Slide 3 - Quiz

Welke persoonlijke eigenschap hoort niet bij een goede beroepshouding?
A
Je aan afspraken houden.
B
Snel boos worden
C
Je verantwoordelijk voelen voor je werk.
D
Doorzetten

Slide 4 - Quiz

Wat betekent..?
collegialiteit
A
anticiperen, diversiteit
B
sociale controle op het werk
C
om hulp vragen
D
collega's helpen, wanneer dat nodig is

Slide 5 - Quiz

Welke reden voor bedrijfskleding
past het beste bij de afbeelding:
A
Voor de veiligheid
B
Is hygiënisch
C
is representatief
D
Voor herkenbaarheid

Slide 6 - Quiz

Wanneer is er sprake van veiligheid bij de keuze van bedrijfskleding?
A
B
C
D

Slide 7 - Quiz

afspraken nakomen
contact maken met anderen
samenwerken
respectvol communiceren
omgaan met je emoties
omgaan met kritiek
Thijmen heeft een opdracht aangenomen. Hij voert deze uit. 
Op haar nieuwe werk maakt Ibraheem een rondje om zich aan iedereen voor te stellen.
Bij een overstroming helpt de hele buurt het water buiten houden.
Ook bij onvriendelijke klanten houdt Randy altijd een glimlach op zijn gezicht.
Noah wordt afgesneden in het verkeer. Hij blijft rustig en rijdt veilig verder.
Zairah luistert goed naar de feedback van haar baas, zodat ze de volgende keer niet dezelfde fouten maakt.

Slide 8 - Drag question

Wat is het verschil tussen een professionele houding en professioneel gedrag?

Slide 9 - Open question

Een sollicitatie -gesprek
Bij solliciteren en een sollicitatiegesprek zijn er dingen die je juist wél en dingen die je juist niet moet doen. Sleep de dingen naar het goede vak!
Wel doen!
Niet doen!
Het gesprek voorbereiden
Nette kleding dragen
Je CV meenemen
Een hand geven
De ander aankijken
Op tijd komen
Te laat komen
Mompelen
Onderuitgezakt zitten
Kauwgom kauwen

Slide 10 - Drag question

Een document waarin staat hoe je je moet gedragen of hoe je moet werken.
A
Protocol
B
Procedure
C
planmatig werken
D
PDCA

Slide 11 - Quiz

wat zijn de verschillen tussen een afspraak en een regel?
A
een afspraak maak je zelf
B
een regel maakt een ander
C
afspraken kun je wijzigen
D
een regel overtreden heeft gevolgen

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video

Wat wordt er beschreven in protocollen en procedures?
Er staat in welke mogelijke manieren van werken er zijn, je hoeft je er niet aan te houden
In een protocol staat wat je moet doen en hoe je je moet gedragen, een procedure hoef je niet te volgen 
In protocollen en procedures worden regels en afpraken beschreven met stappen en/of afspraken die je moet volgen

Slide 14 - Drag question

ongeschreven regels
gebruiken

Slide 15 - Slide

Waarde of norm?
Op tijd komen voor een afspraak
A
Waarde
B
Norm

Slide 16 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een ongeschreven regel?
A
Verkeer van rechts heeft voorrang.
B
Je mag alleen roken op de rokersplaats op school.
C
Onder de 18 mag je geen alcohol kopen.
D
Uit respect spreek je ouderen aan met u.

Slide 17 - Quiz

Welke zin is een voorbeeld van botsende waarden en normen

A
In sommige culturen is het normaal om pas laat te eten
B
Een man weigert vanwege zijn geloof een vrouw een hand te geven
C
Niet iedereen in Nederland doet mee aan kerstmis
D
Homo's hebben in Nederland dezelfde rechten als hetero's

Slide 18 - Quiz

Respectvolle omgang
Bij een respectvolle omgang maak je geen onderscheid tussen:
- man en vrouw
- geloofsovertuiging
- afkomst
- arm en rijk

Slide 19 - Slide

RESPECTVOL
respectloos
Door elkaar praten
Naar elkaar goed luisteren
Feedback geven
elkaar uitlachen 

Slide 20 - Drag question

privacy
A
betekent niet bemoeien met een ander
B
niet letten op wat een ander doet
C
betekent persoonlijke vrijheid.
D
zelfstandig zijn

Slide 21 - Quiz

cultuurverschillen

Slide 22 - Slide

Heb jij wel eens een communicatieprobleem gehad die werd veroorzaakt door een cultuurverschil?

Wat ging er mis? Waardoor kwam dat?

Slide 23 - Open question

STAP 1
STAP 2
STAP 3
Ondek je EIGEN cultuur
Leer de cultuur van de ANDER kennen
Leer omgaan met verschillen

Slide 24 - Drag question

Wat betekent Gastvrijheid?
A
De gast mag doen en zeggen wat zij of hij wil.
B
De gast heeft de vrijheid om alles te bepalen.
C
De gasten op een hartelijke manier ontvangt en helpt met vragen.

Slide 25 - Quiz

Wat is een conflict?
A
Is een situatie waarin mensen dezelfde mening hebben.
B
Is een situatie waardoor mensen naar elkaar luisteren.
C
Is een situatie waarin mensen een andere mening hebben.

Slide 26 - Quiz

Omgaan met conflicten
1. Je doet alsof er geen conflict is
2. Je verbreekt het contact
3. Bespreken
4. Onderhandelen

Slide 27 - Slide

Kan een conflict ook nuttig, dus positief zijn?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

Grensoverschrijdend gedrag is...
A
gedrag wat over jouw grens gaat
B
Gedrag waarmee je over de grens van de ander gaat
C
Gedrag waarmee je ander emotioneel benadeeld
D
Gedrag waarmee je de ander mentaal schade toebrengt.

Slide 29 - Quiz

Vormen grensoverschrijdend gedrag
- seksueel (ongewenste aanraking, verkrachting)
- psychisch (pesten, uitschelden, negeren)
- fysiek en verbaal (schreeuwen, slaan, schoppen, vernielen)
- discriminatie (buitensluiten)
- financiele en materiele uitbuiting (chanteren, stelen) 

Slide 30 - Slide

Van een ander en/ of het zonder toestemming betreden van de binnen en/ of buiten ruimte van locatie. Of grensoverschrijdend gedrag regelmatig of incidenteel plaatsvindt, het is in alle gevallen ontoelaatbaar.  
Verbale agressie zoals dreigen, schreeuwen, schelden, pesten en stelselmatig negeren. 
Seksuele intimidatie, verbaal of fysiek, aanranding en verkrachting.
Fysieke agressie zoals, slaan, schoppen, krabben, bijten, of te weinig voeding aandacht over verzorging
Lichamelijk geweld en verwaarlozing
Geestelijk geweld en verwaarlozing
Seksuele mishandeling
Vernieling van eigendommen

Slide 31 - Drag question