2.4: Serie- en parallelschakelingen

1 / 38
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Bereken de totale weerstand van drie in serie geschakelde weerstanden van 4,7 Ω, 5,6 Ω
en 8,2 Ω
(alleen waarde, eenheid niet)

Slide 25 - Open question

Bereken de totale weerstand van twee in serie geschakelde weerstanden van 470 Ω (alleen waarde)

Slide 26 - Open question

Bereken de totale geleidbaarheid van drie parallel geschakelde geleidbaarheden van 1 en 3 en
8 S. ({getal}{spatie}{eenheid})

Slide 27 - Open question

Bereken de totale geleidbaarheid van twee parallel geschakelde geleidbaarheden van 1 mS en
van 1 S. (denk aan significantie)
{getal}{spatie}{eenheid}

Slide 28 - Open question

In een serieschakeling is voor alle componenten de
... gelijk.
A
stroomsterkte
B
spanning

Slide 29 - Quiz

In een serieschakeling verdeelt zich de
... over de componenten.
A
stroomsterkte
B
spanning

Slide 30 - Quiz

In een parallelschakeling is voor alle componenten de
... gelijk.
A
stroomsterkte
B
spanning

Slide 31 - Quiz

In een parallelschakeling is de
... gelijk aan te optelsom van de vertakkingen.
A
stroomsterkte
B
spanning

Slide 32 - Quiz

Rangschik de schakelingen in onderstaande figuren
1 t/m 4 zo, dat de spanningsmeter die de grootste waarde
aangeeft voorop staat. Beredeneer eerst hoe groot de
spanning in elke schakeling is, die de voltmeter aangeeft.

Slide 33 - Drag question

In de onderstaande schakelingen neem je direct rechts
van de bron een ampèremeter op.
Rangschik de schakelingen 1 t/m 4 zo, dat de ampèremeter
die de grootste waarde aangeeft voorop staat.
Bereken eerst hoe groot de stroomsterkte door de bron in
elke schakeling is.

Slide 34 - Drag question

Een LDR waar geen licht op valt, heeft een weerstand van ongeveer 10 MΩ. Als er licht op de LDR valt, neemt zijn weerstand sterk af. Je sluit deze LDR aan op een spanningsbron van 4,5 V. Parallel aan de LDR sluit je een spanningsmeter aan. Daarna belicht je de LDR. Teken beide situaties en geef bij beiden aan hoe groot de spanning over de LDR is.

Slide 35 - Open question

Op deze manier is de uitgangsspanning van de
LDR geen maat voor de verlichtingssterkte. Dit
probleem kun je oplossen door een extra weerstand ... te schakelen
A
parallel
B
in serie

Slide 36 - Quiz

De spanning over de serieweerstand is
4,1 V als je de LDR belicht.

Bereken de weerstand van de belichte LDR

Slide 37 - Open question

RLDR=ILDRULDR=4,11040,4=1103Ω
ILDR=IR=RUR=101034,1=0,41104A
ULDR=UbUR=4,54,1=0,4V

Slide 38 - Slide