Oefenen basisvaardigheden

Basisvaardigheden

Oefenen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Basisvaardigheden

Oefenen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Pak je rekenmachine, BINAS, schrift en schrijfgerei....
-Binasgebruik
-Rekenmachinegebruik / 10-machten
-Probleemoplossen / stappenplan
-Grootheden en eenheden
-Significantie
-Grafieken en tabellen
-Verbanden

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

BINAS

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

In welke tabel in de BINAS staan de (natuur)constanten?
A
2
B
4
C
5
D
7

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

In welke tabel in de BINAS staan de voorvoegsels als kilo, milli, MEGA?
A
2
B
4
C
5
D
7

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

In welke tabel in de BINAS staan de grootheden?
A
2
B
4
C
5
D
7

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

In welke tabel in de BINAS staan de (vreemde) eenheden?
A
2
B
4
C
5
D
7

Slide 7 - Quiz

Test
Welke voorvoegsel hoort er bij 10^12?
A
Mega
B
Giga
C
Tera
D
Peta

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welk symbool hoort er bij verlichtingssterkte?
A
C
B
N
C
E
D
P

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel Joule is 1 calorie?
A
1 J
B
4 J
C
4,184 J
D
Het goede antwoord staat er niet bij

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Geef de waarde van de lichtsnelheid in 3 significantie.
A
2,99 10^8 m/s
B
3,00 10^8 m/s
C
2,998 10^8 m/s
D
het goede antwoord staat er niet bij

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

18 MJ = .... mJ
A

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel knopen komt overeen met een snelheid van 20 m/s?
A
0,51 knopen
B
10 knopen
C
39 knopen
D
Weet niet / het goede antwoord staat er niet bij.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel elektronen passen er in 1,0 gram?
A
B
C
D
Het goede antwoord staat er niet bij.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Rekenen/Formules/Significantie

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Reken uit. Denk aan ALLES. Lever elk antwoord in, vul antwoorden aan:
1. U = 4,2 / 738
2. R = 20 x 78
3. I = 1,03 - 0,972
4.  P=7010612104

Slide 16 - Open question

1. U = 0,0057 V (of 5,7 10^-3 V) (2 sign)
2. R = 1560 dus 1,6 10^3 Ohm (2 sign)
3. I = 0,058 dus 0,06 A (2 decimalen)
4. P = 0,0017 W of 1,7 10^-3 W
U = I x R.
Schrijf om naar I = .... en R = ....

Slide 17 - Open question

This item has no instructions


Schrijf om als: 
G = ... ,   M = ....,   m= .... en r = ....
Fg=Gr2Mm

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Grafieken en verbanden

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hiernaast de verwerking van metingen in een tabel in je verslag. Noem zoveel mogelijk verbeterpunten!

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Hiernaast de verwerking van metingen in een grafiek in je verslag. Noem zoveel mogelijk verbeterpunten!

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Zie de vier grafieken hiernaast. Welke verbanden gelden er?
A
A. Lineair B. Omgekeerd C. Recht evenredig D. Kwadratisch
B
A. Recht evenredig B. Omgekeerd C. Lineair D. Kwadratisch
C
A. Lineair B. Kwadratisch C. Recht evenredig D. Omgekeerd
D
A. Recht evenredig B. Kwadratisch C. Lineair D. Omgekeerd

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Als de 'r' in de onderstaande formule 2 x zo klein wordt, wordt de F...
F=fr2Qq
A
2 x zo klein
B
4 x zo klein
C
2 x zo groot
D
4 x zo groot

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

In de formule van de wet van Ohm,
U = I x R geldt:
A
U en I zijn recht evenredig. I en R zijn omgekeerd evenredig.
B
U en I zijn recht evenredig. I en R zijn recht evenredig.
C
U en I zijn omgekeerd evenredig. I en R zijn recht evenredig.
D
U en I zijn omgekeerd evenredig. I en R zijn omgekeerd evenredig.

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions