14.1 Je invloed op aarde.

Welkom!
Programma:
1. Huiswerk nieuw
2. Highlights uit toets bespreken
3.  Lesdoelen
4. Wat weet je al?
5. Nieuwe theorie en checks
6. Vragen? 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Programma:
1. Huiswerk nieuw
2. Highlights uit toets bespreken
3.  Lesdoelen
4. Wat weet je al?
5. Nieuwe theorie en checks
6. Vragen? 

Slide 1 - Slide

Huiswerk
weektaak = 14.1 lezen/maken
+ begrippenlijst starten. 

Slide 2 - Slide

Lesdoelen 14.1
* Aan het eind van de les kan je uitleggen hoe jouw behoeften en gedrag de omgeving beïnvloeden.
* Je kan uitleggen hoe belangrijk 'kringlopen' zijn.
* Je kan enkele voorbeelden noemen van hoe je kan voorkomen dat de aarde uitput. 

Slide 3 - Slide

Waar denk jij aan,
bij 'je invloed op de aarde'?

Slide 4 - Mind map

Hoeveel van de aarde gebruik jij?
Primaire levensbehoeften: voedsel, water, kleding en een huis. 
secundaire levensbehoeften: spullen die leven makkelijker maken
Jouw milieu: lucht, water, bodem (oa. voor voedsel en water, maar óók voor de sec.levensbehoeften!)

Slide 5 - Slide

Voedsel, water, kleding en een huis. Dat zijn voorbeelden van een
A
Secundaire levensbehoefte
B
Primaire levensbehoefte
C
Normale levensstandaard
D
Alledrie waar

Slide 6 - Quiz

Beïnvloeding van je milieu

Voorbeeld: het maken/gebruiken van je telefoon. 

Slide 7 - Slide

Mensen gebruiken de aarde op 4 manieren (bron 3).

1. Energie -> vaak afkomstig van energiebronnen uit de bodem, zoals aardgas en steenkool.
Nodig voor verwarming, verlichting, elektrische apparaten, koken, transport.

2. Voedsel en water (van de boer)
 Water is nodig om te drinken/ wassen/ voedsel te bereiden.

3. Grondstoffen. Jouw spullen bijvoorbeeld; gemaakt van grondstoffen zoals ijzer, hout, aardolie, steen, rubber en katoen.

4. Iedereen produceert afval: huishoudelijk afval, papier, plastic, afvalwater,gas

Slide 8 - Slide

Hoe voorkom je uitputting van de aarde? 
Teveel gebruik van aarde = uitputting
-> en dus tekort aan voedsel, water, energie, grondstoffen. 
Voedselkringloop = kringloop van mineralen en voedsel 

Slide 9 - Slide

Wie zijn de producenten van het voedselkringloop
A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
bacteriën

Slide 10 - Quiz

In de voedselkringloop is de vliegenzwam een ... ?
A
Producent
B
Reducent
C
Consument
D
Afvaleter

Slide 11 - Quiz

Voedselkringloop; op een rijtje: 
*De producenten (planten) leggen tijdens de fotosynthese energie uit zonlicht vast in glucose.
-> Planten gebruiken bij de fotosynthese water en koolstofdioxide. Uit de energierijke stof glucose, maken planten andere voedingsstoffen. -> De consumenten (dieren en mensen) gebruiken de voedingsstoffen die planten maken. De energie uit glucose komt vrij door de verbranding in je cellen. -> 
Afvaleters (insecten bv) eten dode resten (natuurlijk afval) van producenten en consumenten en maken het zo klein.
-> De reducenten (schimmels en bacteriën) zetten de resten om in mineralen. De planten nemen die mineralen weer op.

Slide 12 - Slide

Voedselkringloop

Slide 13 - Slide

Koolstofkringloop
de kringloop van fotosynthese en verbranding. 
* In de kringloop zit een koolstofdeeltje (C) dat in beide formules terugkomt (koolstofdioxide // glucose)

Slide 14 - Slide

Hoe noem je de formule die planten uitvoeren waarbij zij energie maken?

Slide 15 - Open question

Welke letter komt in de scheikundige formule voor; zowel bij de verbranding als bij de fotosynthese?
A
G
B
K
C
F
D
C

Slide 16 - Quiz

Over die kringlopen..

Gesloten kringloop: als de verbruikte stoffen ook weer aangevuld worden.
Compost: mest voor de tuin, gemaakt door GFT-afval
Recyclen: hergebruiken.

Slide 17 - Slide

Er bestaan twee soorten koolstofkringlopen. Welke?
A
Natuurlijke en onnatuurlijke koolstofkringloop
B
Trage en snelle koolstofkringloop
C
Menselijke en dierlijke koolstofkringloop
D
Homogene en heterogene koolstofkringloop

Slide 18 - Quiz

Welke kringloop zie je in het plaatje hiernaast? En is de kringloop gesloten of niet?
A
zuurstofkringloop; gesloten
B
koolstofkringloop; gesloten
C
zuurstofkringloop; niet gesloten
D
koolstofkringloop; niet gesloten

Slide 19 - Quiz

Zijn er nog vragen? 
Huiswerk = 14.1 lezen/maken 

Slide 20 - Slide

Waarom is kleding kopen slecht voor het mileiu?

Slide 21 - Slide

Waarom is vlees eten slecht voor het milieu? 

Slide 22 - Slide