Clase 3 Pedir y dar direcciones periodo 4

Mi Barrio
1 / 30
next
Slide 1: Mind map
SpaansMBOStudiejaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Mi Barrio

Slide 1 - Mind map

in deze les
de weg vragen 
pedir direcciones
de weg uitleggen
dar direcciones
voorzetsels
preposiciones
TAREA FINAL

Slide 2 - Slide

MI barrio ..
Ejercicio 4 A y B
Ejercicio 5: Vertaal zonder woordenboek de vetgedrukte woorden.

Slide 3 - Slide

VERBOS IMPORTANTES

hay
estar
tomar
girar
cruzar
tener que
Saber si

BELANGRIJKE WERKWOORDEN

er is / er zijn
zich bevinden
nemen
afslaan
oversteken
moeten
Weten u of..

Slide 4 - Slide

otras palabras

a la izquierda
a la derecha
todo recto
enfrente de
 al lado de 
al final de
en la esquina

andere woorden

links
rechts
rechtdoor
tegenover
naast
op het einde
op de hoek

Slide 5 - Slide

PREPOSICIONES

al lado de ...
enfrente de ...
lejos de ...
cerca de ...
delante de ...
detrás de  ...
entre ... y ... 
VOORZETSELS

naast ...
tegenover ...
ver van ...
dichtbij ...
vóór ...
achter ...
tussen ... en ... 

Slide 6 - Slide


Slide 7 - Open question

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

de weg vragen
A
dar información
B
pedir direcciones
C
dar direcciones
D
pedir los platos

Slide 10 - Quiz

Is er een ...?
A
Hay un ...?
B
Dónde está el ...?
C
Dónde están los ...?
D
Hay muchos ...?

Slide 11 - Quiz

por aquí
A
hier in de buurt
B
daar ergens
C
gisteren
D
op dit moment

Slide 12 - Quiz

Is het ver?
A
Está cerca?
B
Está lejos?
C
Está delante de ...?
D
Está detrás de ...?

Slide 13 - Quiz

links
A
izquierda
B
derecha
C
todo recto
D
al lado de ...

Slide 14 - Quiz

tiene que seguir todo recto
A
u moet links af slaan
B
u moet stoppen
C
u moet rechtdoor gaan
D
u moet rechts af slaan

Slide 15 - Quiz

moeten
A
hay
B
estar
C
tener que
D
tomar

Slide 16 - Quiz

tomar la segunda calle a la derecha
A
1ste straat links nemen
B
1ste straat rechts nemen
C
2de straat links nemen
D
2de straat rechts nemen

Slide 17 - Quiz

nemen
A
tomar
B
girar
C
cruzar
D
ir

Slide 18 - Quiz

girar a la izquierda
A
rechtdoor gaan
B
links af slaan
C
rechts af slaan
D
oversteken

Slide 19 - Quiz

draaien, afslaan
A
ir
B
girar
C
tomar
D
cruzar

Slide 20 - Quiz

cruzar la calle
A
rechts af slaan
B
de straat oversteken
C
het plein oversteken
D
rechtdoor rijden

Slide 21 - Quiz

naast ...
A
enfrente de ...
B
al lado de ...
C
al final de ...
D
en la esquina

Slide 22 - Quiz

achter ...
A
delante de ...
B
detrás de ...
C
enfrente de ...
D
al lado de ...

Slide 23 - Quiz

Het is vóór ...
A
Está detrás de ...
B
Está cerca de ...
C
Está delante de ...
D
Está lejos de ...

Slide 24 - Quiz

Está entre la farmacia y el hospital
A
tussen de kerk en het ziekenhuis
B
tussen de apotheek en het hotel
C
tussen de apotheek en het ziekenhuis
D
tussen de school en het station

Slide 25 - Quiz

PEDIR DIRECCIONES

Disculpe.
Perdone.
Oiga.
Dónde está ...?
Para ir a ...?
Está lejos?
DE WEG VRAGEN

Excuseert u mij.
Pardon.
Hoort u eens.
Waar bevindt zich ...?
Om te gaan naar ...?
is het ver?

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Link

6.11 gespreksopdracht
rol A 
spreek iemand aan en vraag waar ... is
rol B 
leg uit hoe A daar moet komen met behulp van de plattegrond in het boek

WISSEL VAN ROL

Slide 29 - Slide

6.12 TAREA FINAL

Bedenk welke vragen een toerist zou kunnen stellen. 
Noteer eerst alle vragen, in het Spaans
Daarna noteer je de antwoorden op de vragen, in het Spaans.

Voer het gesprek. Wissel van rol.
Doe hetzelfde voor excursión 2.

Slide 30 - Slide