25-1 Voorbeelden

Hfdst 3. 
Woordenschat 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hfdst 3. 
Woordenschat 

Slide 1 - Slide

Planning:
1. Startopdracht: Oma leert straattaal
2. Uitleg: Een voorbeeld zoeken
 3. Zelfstandig werken
4. Check-out: Woordenlijst

Slide 2 - Slide

Doel van de les:
Aan het eind van de les:
Kun je de betekenis  vinden van woorden met behulp van voorbeelden.
Leer je (een deel van) de woorden en uitdrukkingen uit het hoofdstuk

Slide 3 - Slide

Je krijgt een appje van je oma.
Ze vraagt: 'Zou jij me eens kunnen uitleggen
wat een 'outje' eigenlijk is?'
Vul hieronder je antwoord in.

Slide 4 - Open question

Een voorbeeld zoeken
  • Let op haakjes (), komma's (,) of streepjes (-)
  • Let op woorden: 'zoals', 'bijvoorbeeld' en 'een voorbeeld van
Niemand kan meer zonder sociale media, zoals Snapchat, Instagram en Facebook

Ik hou niet van winterkost: boerenkool, erwtensoep en zuurkool

Slide 5 - Slide

Waarvan zijn de onderstreepte woorden een voorbeeld?

Desserts zijn mijn favoriete gerechten:
bananensplits, dame blanche, sorbets

Slide 6 - Open question

Zelfstandig werken

Deze les werk je aan opdracht 1 t/m 7 van:
Hoofdstuk 3: Woordenschat -> Een voorbeeld zoeken
Deze opdrachten maak je online.

Vragen? Steek een hand op!

Slide 7 - Slide

Hoe vind je een voorbeeld in de zin:
Noem de woorden of de leestekens.

Slide 8 - Open question

Woordenschat hfdst 3.

Slide 9 - Mind map

Je krijgt een appje van je oma.
Ze vraagt je:
Kun jij me eens uitleggen wat een 'outje' eigenlijk is?
Vul hier je antwoord in. Gebruik VOORBEELDEN in je uitleg.

Slide 10 - Open question