3GT H1 §4 Indexcijfers, inflatie, welvaart en inkomensverdeling CVE

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Goedemorgen

V3C

Pak even je...

schrift

rekenmachine

boek

pen

Huiswerk volgende week

Volgende week maken we een oefentoets. Voor die les leer je heel hoofdstuk 1 en wat er vandaag nog wordt uitgelegd.

Leren doe je:

- met je boek

- met filmpjes die ik op Classroom zet

- met deze en oude lessen in Lessonup te bekijken

Deze les

• Leren je hoe je een indexcijfer berekent en wat het nut ervan is
  
• Leer je wat inflatie, deflatie en koopkracht zijn en hoe ze van elkaar afhankelijk zijn
• Oefenen je met het lezen van grafieken en rekenen met percentages

Prijzen

               als...                                                                  dan...

               de vraag en/of  het aanbod                   de prijs

         

Prijzen

               als...                                                                  dan...

               de vraag en/of  het aanbod                   de prijs

         

Prijzen

Prijzen...

         

                  Inflatie: prijzen stijgen of geld wordt minder waard

                  Deflatie: prijzen dalen of geld wordt meer waard

\

Indexcijfer berekenen:

Basisjaar = 100

Andere jaren: getal delen door het getal van het basisjaar 

x 100

\

Indexcijfer berekenen:

Basisjaar = 100

Andere jaren: getal delen door het getal van het basisjaar 

x 100

2016  560 / 520 x 100 = 108

2017  605 / 520 x 100 = 116

2018  630 / 520 x 100 = 121

2019   710 / 520 x 100 = 137

2020  630 / 520 x 100 = 147

Wat is het NUT van een INDEXCIJFER eigenlijk?

1) Vergelijken van verschillende periodes is makkelijker

2) Bedragen die heel verschillend zijn makkelijker vergelijken

2) Bedragen die heel verschillend zijn makkelijker vergelijken

Is hier sprake van deflatie of inflatie?

of allebei?

Wat gebeur er met de koopkracht in 2017?

Wat gebeurt er met de koopkracht in 2017?

Welvaart = prijs en inkomen

Opdrachten maken

• Je krijgt van mij een aantal opdrachten uitgedeeld
• Deze ga je dit laatste half uur maken
• Gebruik je rekenmachine, maar niet je laptop
• Vraag? Loop even naar me toe
• Klaar? Schrijf je naam erboven en lever het in
• Alles moet deze les klaar
• Niet klaar? 15.30 alsnog inleveren.