9. Het oorzakelijk verband
Dit verband geeft aan waardoor iets gebeurt.
Je herkent dit verband aan de signaalwoorden: doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij
Het oorzakelijk verband lijkt op het redengevend verband. Verschil: bij een reden neem je zelf een besluit om iets wel of niet te doen. Bij een oorzaak gebeurt iets buiten jouw wil.