H4 Woche 10: voeg- en bijwoorden; Wiederholung

Herzlich willkommen
Woche 10
1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 44 min

Items in this lesson

Herzlich willkommen
Woche 10

Slide 1 - Slide

Die Planung dieser Woche
- Die letzte Grammatik: voegwoorden
- Die Vokabeln: Aufgabe 4 & 8
- Wiederholung: D-Prüfungen A & B

Slide 2 - Slide

Voeg- en bijwoorden
of >> 2 vormen in het Duits

maar >> 2 vormen in het Duits

Aber es gibt noch mehr!

Slide 3 - Slide

ob & oder = of
oder: bij een keuze tussen 2 of meer dingen
zB: Willst du Pizza oder Pommes?
zB: Kommst du morgen oder nächste Woche?

of: wanneer er geen sprake is van een keuze
zB: Weißt du, ob er mitspielen wird?
zB: Ob das richtig ist? Ich weiß es nicht.

Slide 4 - Slide

aber & sondern
sondern: als er een ontkenning vóór de komma en een tegenstelling in de zin staat.
zB: das ist nicht toll, sondern schrecklich.
zB: das ist kein Hund, sondern eine Katze.
aber: in de overige gevallen.
zB: Heute kann ich nicht, aber nächste Woche komme ich. 
zB: Es tut mir leid, aber ich kann dir nicht helfen.

Slide 5 - Slide

Maak zelf een zin!

Slide 6 - Slide

Aufgabe 8 korrigieren
Alles deutlich?

Slide 7 - Slide

Alle Grammatik wiederholen
D-Prüfung A & B (Seite 251)
D-Prüfung A & B (Seite 256)
D-Prüfung B (Seite 263)

Fertig? Die Vokabeln wiederholen!

Waarin wil je meer uitleg?

Slide 8 - Slide

Leer voor Voortgangstoets 3 (v4, 3x):
- Vokabelliste 1 & 2: S. 71-74 (D-NL & NL-D)
 - Vokabelliste 1 & 2: S. 112 (D-NL & NL-D)
Grammatik: - Teil 6: S. 246 b/z 251  het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden + sterke werkwoorden met een ‘a’ of ‘e’ in de stam + gehen en bleiben.
- Teil 7: S. 252 b/z 257  voorzetsels met de 3e of 4e naamval + ob, oder, aber, en sondern.
- Teil 8: S. 261 b/z 263  voegwoorden en bijwoorden.
Redemittel: - Redemittel 1 (Fragen + Antworten): Seite 113 (NL-D)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide