Taalverzorging - grammatica H4 (klas 1A)

lijdend voorwerp
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

lijdend voorwerp

Slide 1 - Slide

Hoe zat het ook alweer?
persoonsvorm
werkwoordelijk gezegde
onderwerp

Slide 2 - Slide

Hoe vind je de pv?

Slide 3 - Open question

Wat is de pv in deze zin?
De fiets stond midden op straat geparkeerd.
A
fiets
B
stond
C
straat
D
geparkeerd

Slide 4 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 5 - Open question

Wat is het wg in deze zin?
De fiets stond midden op straat geparkeerd.
A
fiets
B
stond
C
geparkeerd
D
stond geparkeerd

Slide 6 - Quiz

Welke vraag stel je om het onderwerp te vinden?

Slide 7 - Open question

Wat is het onderwerp in deze zin?
De fiets stond midden op straat geparkeerd.
A
De fiets
B
fiets
C
op straat
D
midden op straat

Slide 8 - Quiz

Nieuw zinsdeel: 
het lijdend voorwerp (LV)
 
Het LV komt voor in zinnen waarin iets/iemand wat overkomt of iets meemaakt. 
Voorbeeld: 'De rat bijt de hand.'

De hand wordt gebeten, dus de hand is het lijdend voorwerp.

Slide 9 - Slide

Hoe vind je het LV?

Stap 1:   Zoek eerst pv, wg en ow!

 

Slide 10 - Slide

Hoe vind je het LV?

Stap 1:   Zoek eerst pv, wg en ow!
Stap 2: Stel de vraag: Wat/Wie + gez + ow?

 

Slide 11 - Slide

Hoe vind je het LV?

Stap 1:   Zoek eerst pv, wg en ow!
Stap 2: Stel de vraag: Wat/Wie + gez + ow?
Voorbeeld: Esmee won een Olympische medaille. 
Wat won Esmee?

 

Slide 12 - Slide

Hoe vind je het LV?

Stap 1:   Zoek eerst pv, wg en ow!
Stap 2: Stel de vraag: Wat/Wie + gez + ow?
Voorbeeld: Esmee won een Olympische medaille. 
Wat won Esmee?
Stap 3: het antwoord = het LV
een Olympische medaille

 

Slide 13 - Slide

Let op:
  • het lijdend voorwerp begint NOOIT met een voorzetsel!
  • er staat niet altijd een lijdend voorwerp in de zin.

Slide 14 - Slide

Wat is het lijdend voorwerp?
'Peter heeft gisteren zijn scooterrijbewijs gehaald.'

A
Peter
B
gisteren
C
zijn scooterrijbewijs
D
heeft gehaald

Slide 15 - Quiz

In elke zin staat een lijdend voorwerp
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

OPDRACHT
1. Bedenk zelf een zin
2. Schrijf deze zin op
3. Wissel je blaadje met je buurman
4. Onderstreep het LV
5. Controleer samen of het antwoord klopt

Slide 17 - Slide

Bekijk de zin:
Shirley kocht zes rozen voor haar vriend voor Valentijnsdag.

Slide 18 - Slide

Zoek het lijdend voorwerp!
Shirley kocht zes rozen voor haar vriend voor Valentijnsdag.
A
rozen
B
zes rozen
C
haar vriend
D
Valentijnsdag

Slide 19 - Quiz

Bekijk de zin
Ik hou van bloemen en planten.

Slide 20 - Slide

zoek het lijdend voorwerp
Ik hou van bloemen en planten.
A
bloemen
B
bloemen en planten
C
van bloemen en planten
D
er is geen lijdend voorwerp

Slide 21 - Quiz

OPDRACHT
Maak opdracht 1 op blz. 106

Slide 22 - Slide

LV herkennen
Welk zinsdeel is het lijdend voorwerp?

Slide 23 - Slide

De nieuwe trainer/besprak/de tactiek/met de aanvoerder van het team.
A
De nieuwe trainer
B
de tactiek
C
met de aanvoerder van het team
D
besprak

Slide 24 - Quiz

Tijdens het telefoongesprek/vertelde/hij/Loes/de waarheid.
A
Tijdens het telefoongesprek
B
hij
C
Loes
D
de waarheid

Slide 25 - Quiz

Leerlingen op middelbare scholen/drinken/steeds vaker/energiedrankjes.
A
Leerlingen op middelbare scholen
B
drinken
C
steeds vaker
D
energiedrankjes

Slide 26 - Quiz

Iedereen/kan/zijn richtingsgevoel/op korte termijn/trainen.
A
Iedereen
B
zijn richtingsgevoel
C
op korte termijn
D
kan trainen

Slide 27 - Quiz

Een kleurboek voor volwassenen/vinden/de meeste mensen/wel leuk.
A
Een kleurboek voor volwassenen
B
vinden
C
de meeste mensen
D
wel leuk

Slide 28 - Quiz

Welk zinsdeel zoeken we?
Welk zinsdeel staat in de zin met hoofdletters geschreven?

Slide 29 - Slide

In de scheurkalender kun JE elke dag een leuk weetje lezen.
A
Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen 23 Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt. Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen. Differentiëer Differentiëer Instellingen Hoe vond je het gaan? A ik denk dat ik het helemaal begrijp. B ik vond het goed gaan, maar vind het wel moeilijk. C ik vind het moeilijk en heb meer oefening nodig D ik begrijp er nog niet zo veel van. Quizvraag PV PV
B
WG
C
OW
D
LV

Slide 30 - Quiz

In de scheurkalender kun je elke dag EEN LEUK WEETJE lezen.
A
Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen 23 Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt. Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen. Differentiëer Differentiëer Instellingen Hoe vond je het gaan? A ik denk dat ik het helemaal begrijp. B ik vond het goed gaan, maar vind het wel moeilijk. C ik vind het moeilijk en heb meer oefening nodig D ik begrijp er nog niet zo veel van. Quizvraag PV PV
B
WG
C
OW
D
LV

Slide 31 - Quiz

Wil JIJ morgenochtend nu eens op mij wachten?
A
Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen 23 Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt. Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen. Differentiëer Differentiëer Instellingen Hoe vond je het gaan? A ik denk dat ik het helemaal begrijp. B ik vond het goed gaan, maar vind het wel moeilijk. C ik vind het moeilijk en heb meer oefening nodig D ik begrijp er nog niet zo veel van. Quizvraag PV PV
B
WG
C
OW
D
LV

Slide 32 - Quiz

WIL jij morgenochtend nu eens op mij WACHTEN?
A
Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen 23 Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt. Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen. Differentiëer Differentiëer Instellingen Hoe vond je het gaan? A ik denk dat ik het helemaal begrijp. B ik vond het goed gaan, maar vind het wel moeilijk. C ik vind het moeilijk en heb meer oefening nodig D ik begrijp er nog niet zo veel van. Quizvraag PV PV
B
WG
C
OW
D
LV

Slide 33 - Quiz

Cor LAAT voor mij een extra afdruk van die foto maken.
A
Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen 23 Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt. Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen. Differentiëer Differentiëer Instellingen Hoe vond je het gaan? A ik denk dat ik het helemaal begrijp. B ik vond het goed gaan, maar vind het wel moeilijk. C ik vind het moeilijk en heb meer oefening nodig D ik begrijp er nog niet zo veel van. Quizvraag PV PV
B
WG
C
OW
D
LV

Slide 34 - Quiz

Cor laat voor mij EEN EXTRA AFDRUK VAN DIE FOTO maken.
A
Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen 23 Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt. Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen. Differentiëer Differentiëer Instellingen Hoe vond je het gaan? A ik denk dat ik het helemaal begrijp. B ik vond het goed gaan, maar vind het wel moeilijk. C ik vind het moeilijk en heb meer oefening nodig D ik begrijp er nog niet zo veel van. Quizvraag PV PV
B
WG
C
OW
D
LV

Slide 35 - Quiz

COR laat voor mij een extra afdruk van die foto maken.
A
Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen 23 Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt. Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen. Differentiëer Differentiëer Instellingen Hoe vond je het gaan? A ik denk dat ik het helemaal begrijp. B ik vond het goed gaan, maar vind het wel moeilijk. C ik vind het moeilijk en heb meer oefening nodig D ik begrijp er nog niet zo veel van. Quizvraag PV PV
B
WG
C
OW
D
LV

Slide 36 - Quiz

OPDRACHT (in duo's)
Bedenk een zin met de aangegeven volgorde.
Bijvoorbeeld:  Gisteren - pv - ow - lv - wg
Gisteren - heb - ik - een moeilijke som - gemaakt.

Slide 37 - Slide

Maak een zin met:
ow - wil (pv) - lv - morgen - wg

Slide 38 - Open question

Hoe vond je het gaan?
A
ik denk dat ik het helemaal begrijp.
B
ik vond het goed gaan, maar vind het wel moeilijk.
C
ik vind het moeilijk en heb meer oefening nodig
D
ik begrijp er nog niet zo veel van.

Slide 39 - Quiz