Examentraining vwo

Examentraining vwo
Tuesday 16 April 2024
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Examentraining vwo
Tuesday 16 April 2024

Slide 1 - Slide

Vul het signaalwoord in:
I enjoy reading books __ they expand my knowledge and vocabulary.
A
therefore
B
since
C
however

Slide 2 - Quiz

The weather was terrible. _____, we decided to stay indoors
A
consequently
B
furthermore
C
nevertheless

Slide 3 - Quiz

odd one out
A
for example
B
for instance
C
thus
D
such as

Slide 4 - Quiz

od one out
A
as a result
B
similarly
C
in short
D
that's why

Slide 5 - Quiz

het examen van Engels duurt 3 uur
A
klopt
B
klopt niet

Slide 6 - Quiz

welke categorie hoort het signaalwoord: yet
A
voorwaarde
B
tijd/volgorde
C
vergelijking
D
tegenstelling

Slide 7 - Quiz

bovendien
in addition
conversely
initially
hence
daarentegen
aanvankelijk
daarom, zodoende
bovendien
daarentegen

Slide 8 - Drag question

welke categorie hoort het signaakwoord: indeed
A
reden/oorzaak
B
uitbreiding/opsomming
C
voorwaarde
D
tegenstelling

Slide 9 - Quiz

Er staan altijd scan teksten in het examen
A
klopt
B
klopt niet
C
meestal wel
D
waarschijnlijk wel

Slide 10 - Quiz

je hebt op het examen 3 minuten per vraag
A
klopt
B
klopt niet

Slide 11 - Quiz

het examen begint met scan teksten
A
klopt
B
klopt niet
C
meestal
D
soms

Slide 12 - Quiz

Een grote woordenschat helpt me een goed resultaat te behalen.
A
nee, je hebt een woordenboek
B
ja, duhhh

Slide 13 - Quiz

als bij een MC antwoord twee antwoorden erg veel op elkaar lijken dan is één v/d twee het antwoord
A
klopt
B
klopt niet

Slide 14 - Quiz

Bestaat de vraag uit beweringen, dan staan de beweringen meestal in de goede volgorde.
A
klopt
B
klopt niet

Slide 15 - Quiz

Hoe ga je te werk bij een tekst met 3 alinea's of meer?
A
vraag lezen-zoeken in tekst
B
tekst lezen-vraag beantwoorden
C
tekst globaal lezen - vraag beantwoorden/zoeken
D
alle vragen lezen - daarna tekst goed lezen en vragen beantwoorden.

Slide 16 - Quiz

romantekst
stap 1: lees de stellingen en probeer een beeld te vormen van de tekst
-wie zijn de personen?
-wat doen ze mogelijk?
- waar speelt het zich mogelijk af?
- Hoe zijn de personen mogelijk? (uiterlijk, gevoelens)

Slide 17 - Slide

stap 2
Onderstreep nu in de stellingen:
1. visuele kenmerken
2. De kernbegrippen
3. Woorden die een antwoord heel sterk maken: altijd, nooit, alles

Slide 18 - Slide