Alle werkwoorden samen vormen het werkwoordelijk gezegde (wg). Het werkwoordelijk
gezegde zegt wat er in de zin ‘gebeurt’.
Soms is het werkwoordelijk gezegde maar één werkwoord (de persoonsvorm), soms zijn
het er meer.
Voorbeeld: Ik ga vandaag met Andy voetballen
Alle werkwoorden in de zin?