Unit 4 Lesson 4

English
T2
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

English
T2

Slide 1 - Slide

Planning
1. Lessonaims check + recap
2. Listening Check
3. Grammar: This, that, ...
4. Practise 
5. Newsround
6. Vocab Check

Slide 2 - Slide

Lessonaims Check

Slide 3 - Slide

Ik weet wat een 'gerund' is en hoe ik deze kan maken.
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 4 - Quiz

Je mag een Gerund (ww + ing) gebruiken na
A
eat
B
work
C
like
D
play

Slide 5 - Quiz

Achter welke werkwoorden mag je een Gerund (ww + ing) gebruiken?
Gerund
Geen gerund
like
start
plan
walk
learn
hate
finish
promise
prefer
show
love
stop

Slide 6 - Drag question

Ik ken de woordjes van Unit 4, lesson 1 t/m 3
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 7 - Quiz

Ik kan de aanwijzende voornaamwoorden (this, those, etc.) correct toepassen.
A
0 - 25%
B
25 - 50%
C
50 - 75%
D
75 - 100%

Slide 8 - Quiz

Listening check - opdr. 22 + 24
Huiswerk: 
Unit 4, lesson 2, opdr. 10 t/m 14, + 16

Samen checken
12, 13a




Slide 9 - Slide

This/that/these/those

Slide 10 - Slide

Aanwijzende voornaamwoorden
Aanwijzende voornaamwoorden

Slide 11 - Slide

This
That

These
Those

Slide 12 - Drag question

Dichtbij: ... dress
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 13 - Quiz

Ver weg: ... dresses
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 14 - Quiz

Use: this, these, that, those:

I want ... books over there.
A
this
B
these
C
that
D
those

Slide 15 - Quiz

Use: this, that, these, those

... colours look beautiful on you!
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 16 - Quiz

Use: this, that, these, those

... is your pen over there on the desk.
... is my pen here
A
This, This
B
That, That
C
This, That
D
That, This

Slide 17 - Quiz

Use: this, that, these, those

... balloons here are nicer than ... ones over there.
A
Those, these
B
These, those
C
This, that
D
That, this

Slide 18 - Quiz

Use: this, these, that, those:

I want .... books over there.
A
this
B
these
C
that
D
those

Slide 19 - Quiz

Extra oefenen met 
de aanwijzende voornaamwoorden?
Klik hier om  meer te oefenen met de aanwijzende voornaamwoorden.

Done? 
Get started with your homework
Mk: Unit 4.4, opdr. 29 t/m 31, 33, 34 & 36
Lr: Words Unit 4, lesson 3 + 4


Slide 20 - Slide

Aan de slag!
Samen vs. alleen
Huiswerk: 
Mk: Unit 4.4, opdr. 29 t/m 31, 33, 34 & 36


Klaar?
Extra oefenen: Practise more (online)
Uitdaging: Get Ahead (boek/online)



Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Vocab Check

Slide 23 - Slide

Lessonaims Check

Slide 24 - Slide

Ik weet wat een 'gerund' is en hoe ik deze kan maken.
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 25 - Quiz

Ik ken de woordjes van Unit 4, lesson 1 t/m 3
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 26 - Quiz

Ik kan de aanwijzende voornaamwoorden (this, those, etc.) correct toepassen.
A
0 - 25%
B
25 - 50%
C
50 - 75%
D
75 - 100%

Slide 27 - Quiz