Tijdens de laatste ijstijd kwamen de ijskappen niet tot in ons land. Toch was het hier enorm
koud en er groeide bijna niets. Er waaide een ijskoude wind en reusachtige mammoeten
zwierven door ons land. Deze mammoeten leken op olifanten en hadden een dikke vacht tegen
de kou.
Omdat er zoveel ijs en sneeuw op het land lag, was er minder water voor in de zee. De zeespiegel was dan ook lager dan nu. De Noordzee stond zelfs droog. Het zand van
de bodem van de Noordzee waaide met de ijskoude wind mee en verspreidde zich over
Nederland. Dit zand is nog steeds de ondergrond van hoog Nederland. Het heet dekzand.