Beschrijven wat er met de ionen gebeurt als een zout in water oplost.
De oplos- en indampvergelijking van een willekeurig zout opstellen.
m.b.v. Binas bepalen of een zout goed of slecht oplosbaar is, of reageert met water.
De reactievergelijking geven van de reactie tussen een metaaloxide en water en de triviale naam van de oplossing noemen die daarbij ontstaat.
Slide 3 - Slide
Wat gebeurd er met het zout als het in water oplost?
Het ionrooster van het zout wordt afgebroken door watermoleculen, waardoor het zout splitst in positieve en negatieve ionen. Elk ion wordt daarbij omgeven door een mantel van watermoleculen. Dit proces heet hydratatie.
Slide 4 - Slide
De ‘opgeloste’ ionen worden gehydrateerde ionen genoemd. De watermantel wordt weergegeven door achter de formule van het ion (aq) te zetten.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Lossen dan alle zouten op in water?
Nee, als de ionbinding te sterk is, komen de ionen niet los uit het ionrooster.
In Binas tabel 45A vind je een tabel met de oplosbaarheid van zouten in water: De oplosbaarheidstabel.
Bij elk zout staat een letter: g, s, m, r of o.
BINAS 45A
Wat valt je op in deze Tabel?
Slide 8 - Slide
R -> reageert met water
Er zijn vier zouten met een oxide‑ion die reageren met water:
Na2O, K2O, CaO en BaO. Bij de reactie van elk van deze vier oxiden met water gebeurt steeds hetzelfde: de O2- ‑ionen veranderen in OH- ‑ionen die vervolgens gehydrateerd worden. De metaalionen veranderen niet. Ze worden alleen gehydrateerd.
Na2O (s) + H2O (l) → 2 Na+ (aq) + 2 OH- (aq)
Tabel 5.16
Slide 9 - Slide
Hydroxiden
Uit de oxiden met water ontstaat dus steeds een oplossing van een hydroxide. Oplossingen van hydroxiden worden vaak met hun triviale namen aangeduid. Deze triviale namen moet je onthouden. Je kunt ze ook vinden in tabel 66A van je Binas.