herhaling blok 4

herhaling blok 4
We herhalen wat we hebben geleerd. 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 7

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

herhaling blok 4
We herhalen wat we hebben geleerd. 

Slide 1 - Slide

werkwoorden

Slide 2 - Slide

Schrijf de zin in de tegenwoordige tijd:
Hij wachtte op jou.

Slide 3 - Open question

Schrijf de zin in de tegenwoordige tijd:
Wij liepen naar school.

Slide 4 - Open question

Schrijf de zin in de tegenwoordige tijd:
Zij hield van dansen.

Slide 5 - Open question

Schrijf de zin in de verleden tijd:
Wij proosten op het leven.

Slide 6 - Open question

Schrijf de zin in de verleden tijd:
Ik kaart met jou.

Slide 7 - Open question

Schrijf de zin in de verleden tijd:
Zij feest dit weekend.

Slide 8 - Open question

grammatica
We herhalen wat we hebben geleerd.

Slide 9 - Slide

lijdend voorwerp: wie/wat + persoonsvorm + onderwerp

Voorbeeld: 
Zara ziet de juf. 
Wie/wat ziet Zara? De juf. 

Slide 10 - Slide

Wat is een voegwoord?

Slide 11 - Open question

De kinderen hebben zin in het schoolreisje.
Wat is de persoonsvorm?

Slide 12 - Open question

De kinderen hebben zin in het schoolreisje.
Wat is het onderwerp?

Slide 13 - Open question

De juf heeft de leuke les voorbereid.
Wat is de persoonsvorm?

Slide 14 - Open question

De juf heeft de leuke les voorbereid.
Wat is het onderwerp?

Slide 15 - Open question

De juf heeft de leuke les voorbereid.
Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 16 - Open question

De juf heeft de leuke les voorbereid.
Wat is het hulpwerkwoord?

Slide 17 - Open question

De juf heeft de leuke les voorbereid.
Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 18 - Open question

De juf heeft de leuke les voorbereid.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 19 - Open question

dictee 

Slide 20 - Slide

1.

Slide 21 - Open question

2.

Slide 22 - Open question

3.

Slide 23 - Open question

4.

Slide 24 - Open question