This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Startopdracht --> Zs
Schrijf de antwoorden in je schrift:
1. Wat is de adequate prikkel voor het oog?
2. Welk zintuig is het gevoeligst voor een bepaalde prikkel, een zintuig met een hoge drempelwaarde voor die prikkel of een zintuig met een lage drempelwaarde voor die prikkel?
Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
Ga zitten op je stoel
Je jas hang je over je stoel
Pak je chromebook, boek, schrift + pen
Log in in LessonUp.
timer
2:00
Slide 2 - Slide
Startopdracht --> Zs
Schrijf de antwoorden in je schrift:
1. Wat is de adequate prikkel voor het oog?
2. Welk zintuig is het gevoeligst voor een bepaalde prikkel, een zintuig met een hoge drempelwaarde voor die prikkel of een zintuig met een lage drempelwaarde voor die prikkel?
Antwoorden
1. Licht
2. Een zintuigcel met een lage drempelwaarde voor die prikkel.
Slide 3 - Slide
Prikkels
Prikkels: Alle veranderingen in je omgeving waar je op kan reageren.
Adequate prikkel --> een zintuig reageert maar op 1 soort prikkel.
Licht is bijvoorbeeld de adequate prikkel voor de lichtzintuigen in je ogen.
Hormonale invloeden
Slide 4 - Slide
Geeft een zintuig alle prikkels door?
Zintuigen maken pas een impuls als de prikkel sterk genoeg is. Die minimale sterkte van een prikkel = drempelwaarde.
Als de drempelwaarde laag is dan kan je de prikkel eerder waarnemen.
Slide 5 - Slide
Programma
Leerdoelen
Uitleg basisstof 2 --> De tien zintuigen van de mens
Afsluiting --> leerdoelen checken
Slide 6 - Slide
Zintuigen
11.1 Het zintuigenstelsel 11.2 Tien zintuigen van de mens 11.3 De ogen 11.4 De iris en de ooglens 11.5 Het netvlies 11.6 De oren
Slide 7 - Slide
Leerdoelen 11.2
Je kunt aangeven waar het gezichtszintuig, het gehoorzintuig en het evenwichtszintuig liggen en wat hun adequate prikkels zijn.
Je kunt aangeven waar de zintuigcellen in je huid, de reukzintuigcellen en de smaakzintuigcellen liggen, hoe ze werken en wat hun adequate prikkels zijn.
Slide 8 - Slide
adequate prikkel
(Trillingen van lucht)
Slide 9 - Slide
Het oog
Gezichtszintuig
Adequate prikkel: licht.
Netvlies: lichtreceptoren = zintuigcellen
(kegeltjes en staafjes)
Netvlies en lens --> scherp beeld
Slide 10 - Slide
Het gehoorzintuig
De trilhaartjes in het slakkenhuis bewegen door de trilling van het vocht → in de zintuigcellen ontstaan impulsen → gehoorzenuw → hersenen
Het evenwichtsorgaan
3 halfcirkelvormige kanalen gevuld met vloeistof. Onderin zitten zintuigcellen met haartjes. De haartjes bewegen als de vloeistof beweegt --> informatie naar hersenen.
Slide 11 - Slide
Zintuigen in je huid
Slide 12 - Slide
Zintuigen in de huid
Warmtezintuig
prikkel: hogere temperaturen
Koudezintuig
prikkel: lagere temperaturen
Tastzintuig
prikkel: hoe voelt iets aan
Pijnzintuig
prikkel: pijn
Slide 13 - Slide
Hoe ruik je?
Je ruikt met je reukzintuig
Het reukzintuig is deel van het neusslijmvlies -->
reukzintuigcellen met reukharen
Slide 14 - Slide
Reukzintuig met meerdere typen reukzintuigcellen
Slide 15 - Slide
Proeven en ruiken
5 smaken: zout - zuur - bitter - zoet - umami.
De hersenen krijgen op hetzelfde moment impulsen van smaakzintuigcellen en van de reukzintuigcellen.
Ze combineren deze informatie: je proeft de smaak.
Je kunt aangeven waar het gezichtszintuig, het gehoorzintuig en het evenwichtszintuig liggen en wat hun adequate prikkels zijn.
Je kunt aangeven waar de zintuigcellen in je huid, de reukzintuigcellen en de smaakzintuigcellen liggen, hoe ze werken en wat hun adequate prikkels zijn.
Slide 18 - Slide
Sleep de prikkels naar de juiste zintuigen.
Sleep de naam van de zintuigcel naar de juiste zintuig
Geluid
Warmte
Smaakstof
Kou
Geurstof
Licht
Aanraking
Druk
Gehoorzintuig
Reukzintuig
Tastzintuig
Drukzintuig
Smaakzintuig
Gezichtszintuig
Koude zintuig
Warmte zintuig
Slide 19 - Drag question
Sleep het zintuig naar het juiste orgaan.
oog
oor
tong
neus
huid
gehoorzintuig
licht- zintuig
smaak-zintuig
warmtezintuig
reuk-zintuig
tast-zintuig
pijn- zintuig
Slide 20 - Drag question
Als je verkouden bent proef je minder. Waardoor komt dat?
A
de geurstoffen komen niet bij je smaakpapillen
B
De geurstoffen komen niet bij je reukzintuig
C
Je tong is te droog
D
Je tong is te vochtig
Slide 21 - Quiz
Het verschil tussen zintuigen en pikkels. Sleepvraag