Nadat Herakles eerst van Eurytos boogschieten had geleerd, kreeg hij van Hermes een zwaard, van Apollo pijl en boog, van Hephaistos een gouden borstpantser en van Athena een kleed; zijn knots heeft hij namelijk zelf gesneden in Nemea.
Na de strijd tegen de Minyers gebeurde het dat Herakles door de jaloezie van Hera met waanzin werd getroffen; hij wierp zijn eigen kinderen, die hij bij Megara had, in het vuur en ook twee van de kinderen van Iphikles; nadat hij zich daarvoor zelf tot ballingschap veroordeeld had, werd hij ritueel gereinigd door Thespios; vervolgens ging hij naar Delphi om de god te vragen waar hij moest wonen. De Pythia sprak hem toen voor het eerst aan met de naam Herakles, want voordien werd hij Alkides genoemd. Ze zei hem dat hij naar Tiryns moest verhuizen om daar twaalf jaar lang dienst te doen bij Eurystheus en de tien werken te volvoeren die hem opgedragen zouden worden; en dan, zei ze, als de werken volvoerd waren, zou hij onsterfelijk zijn.