Les 22

Les 22

Detailhandel

dinsdag 08.30 uur tot 10.00 uur: klas 2B
woensdag 13.45 uur tot 15.15 uur: klas 2C

1 / 30
next
Slide 1: Slide
EconomiePraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Les 22

Detailhandel

dinsdag 08.30 uur tot 10.00 uur: klas 2B
woensdag 13.45 uur tot 15.15 uur: klas 2C

Slide 1 - Slide

Gedragsverwachtingen
Ik luister naar de uitleg.
Ik gebruik mijn Chromebook op de juiste manier.
Ik steek mijn vinger op als ik iets wil vragen.
Tijdens het zelfstandig werken ben ik stil.


Tijdens de praktijk blijf ik op/bij mijn eigen werkplek.
Ik verlaat het lokaal alleen met toestemming van de docent.



Slide 2 - Slide

Doelen
- Aan het eind van de les (her)ken ik verschillende gevarensymbolen en ken ik tips voor het schoonmaken.
- Aan het eind van de les heb ik geoefend in de praktijk.

Slide 3 - Slide

Lesplanning
- 1e uur theorie
- 2e uur praktijk

Slide 4 - Slide

Theorie - klas 2
Schoonmaken
Droog vuil
Reinigen
Gevarensymbool
Zichtbaar vuil
Aangekleefd vuil
Reinigingsmiddel
Schoonmaakplan




Slide 5 - Slide

Even herhalen...

Slide 6 - Slide

Vraag 9
- Wie maakt er thuis weleens schoon?
- Welke middelen gebruik je daarbij?
- Wat vind je een leuke schoonmaakklus?
- Waarom vind je dat een leuke klus?

Slide 7 - Slide

Droog vuil verwijder je...
A
Nat (dus met een sopje/dweil)
B
Droog (dus met een stofzuiger/bezem)
C
Met een kauwgomkrabber
D
Niet.. Dat laat je gewoon liggen ;)

Slide 8 - Quiz

Aangekleefd vuil verwijder je...
A
Nat (dus met een sopje/dweil)
B
Droog (dus met een stofzuiger/bezem)
C
Met een kauwgomkrabber
D
Niet.. Dat laat je gewoon liggen ;)

Slide 9 - Quiz

Als je aangekleefd vuil verwijdert (nat, dus met een sopje), dan noem je dat: reinigen.

Slide 10 - Slide

Zichtbaar vuil
Onzichtbaar vuil
Reinigingsmiddel
Desinfecteermiddel

Slide 11 - Drag question

Vraag 10
Waar gebruik je een reinigingsmiddel voor?

Slide 12 - Slide

Zichtbaar vuil
Voor badkamer/toilet
Voor de vloeren
Voor al het overige schoonmaakwerk
Sanitairreiniger
Vloerreinigingsmiddel
Interieurreiniger

Slide 13 - Drag question

Vraag 13
Glassex:
Ontstopper:
Harpic:

Slide 14 - Slide

Nieuwe theorie!
Eens even kijken wat jullie al weten! :)

Slide 15 - Slide

Wat heb je allemaal nodig als je gaat schoonmaken?

Slide 16 - Open question

Gevarensymbolen
We gaan eens kijken wat jullie al weten over gevarensymbolen

Slide 17 - Slide

Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Acute gezondheidseffecten
B
Oxiderend
C
Lange termijn gezondheidsgevaarlijk
D
Bijtend

Slide 18 - Quiz

Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Bijtend
B
Giftig
C
Ontvlambaar
D
Lange termijn gezondheidsgevaarlijk

Slide 19 - Quiz

Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Oxiderend
B
Milieugevaarlijk
C
Giftig
D
Ontplofbaar/ explosief

Slide 20 - Quiz

Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Gassen onder druk
B
Ontplofbaar/Explosief
C
Ontvlambaar
D
Oxiderend

Slide 21 - Quiz

Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Giftig
B
Ontvlambaar
C
Milieugevaarlijk
D
Schadelijk (bijv. ontstekingen)

Slide 22 - Quiz

Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Oxiderend
B
Milieugevaarlijk
C
Ontplofbaar/Explosief
D
Ontvlambaar

Slide 23 - Quiz

Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Ontvlambaar
B
Oxiderend
C
Ontplofbaar/Explosief
D
Gassen onder druk

Slide 24 - Quiz

Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Giftig
B
Acute gezondheidseffecten
C
Bijtend
D
Lange termijn gezondheidsgevaar

Slide 25 - Quiz

Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Ontvlambaar
B
Ontplofbaar/Explosief
C
Gassen onder druk
D
Oxiderend

Slide 26 - Quiz

Zelfstandig werken (vorige week)

In je boek:
- Maak opdracht 9 t/m 13 (blz. 53 en 54) 

Eduhint:
- Waarom schoonmaken

Klaar?
- Praktijk

Zelfstandig werken (deze week)

In je boek:
- Maak opdracht 14 t/m 18 (blz. 57 t/m 60)


Eduhint:
- Schoonmaken

Klaar?
- Praktijk

Slide 27 - Slide

Praktijk
- In de linkse kast liggen allemaal praktijkopdrachten.
- Je kiest één opdracht uit en werkt hier een aantal weken aan (max. 3 weken).
- Na 3 weken laat je deze opdracht aftoetsen en krijg je een cijfer.
- Dit cijfer telt mee voor je rapport.
- Daarna begin je met een nieuwe opdracht.

Slide 28 - Slide

Dit vond ik vandaag het leukste:

Slide 29 - Open question

Hier ga ik volgende week aan werken:

Slide 30 - Open question