Les 22

Les 22

Detailhandel

10.15 uur tot 11.45 uur: 2
11.45 uur tot 13.45 uur: 1/2
1 / 50
next
Slide 1: Slide
EconomiePraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Les 22

Detailhandel

10.15 uur tot 11.45 uur: 2
11.45 uur tot 13.45 uur: 1/2

Slide 1 - Slide

Gedragsverwachtingen
Ik luister naar de uitleg.
Ik gebruik mijn Chromebook op de juiste manier.
Ik steek mijn vinger op als ik iets wil vragen.
Tijdens het zelfstandig werken ben ik stil.
Ik ruim mijn spullen stil op.

Slide 2 - Slide

Doel - klas 1

- Aan het eind van de les heb ik geleerd voor de toets en de toets gemaakt.
- Aan het eind van de les heb ik geoefend in de praktijk.
Doel - klas 2

- Aan het eind van de les heb ik geoefend in de praktijk.
- Aan het eind van de les (her)ken ik verschillende gevarensymbolen en ken ik tips voor het schoonmaken.

Slide 3 - Slide

Klas 1:
- 1e uur theorie
- 2e uur praktijk (of toets afmaken)
Klas 2:
- 1e uur praktijk
- 2e uur theorie

Slide 4 - Slide

Theorie klas 1:

- Lees de begrippen nog eens door en leer voor de toets
Praktijk klas 2:

- Herhalen praktijkopdrachten + afspraken

Let op! Klas 1 maakt een toets dus jullie moeten stil zijn!

Slide 5 - Slide

Theorie - klas 1
Even herhalen....


Slide 6 - Slide

Werkzaamheden in de supermarkt:

Slide 7 - Open question

Werkzaamheden in de kledingwinkel:

Slide 8 - Open question

Wat is een magazijn?
A
Alle artikelen in de winkel en het magazijn bij elkaar
B
Opslagruimte waar de artikelen staan, die nog niet in de winkel kunnen
C
Alle dingen die in de winkel gekocht kunnen worden
D
Een winkel waar je kleding kunt kopen

Slide 9 - Quiz

Wat zijn artikelen?
A
Alle artikelen in de winkel en het magazijn bij elkaar
B
Opslagruimte waar de artikelen staan, die nog niet in de winkel kunnen
C
Alle dingen die in de winkel gekocht kunnen worden
D
Een winkel waar je kleding kunt kopen

Slide 10 - Quiz

Wat is de voorraad?
A
Alle artikelen in de winkel en het magazijn bij elkaar
B
Opslagruimte waar de artikelen staan, die nog niet in de winkel kunnen
C
Alle dingen die in de winkel gekocht kunnen worden
D
Een winkel waar je kleding kunt kopen

Slide 11 - Quiz

Noem 5 artikelen die je kunt kopen in een kledingwinkel:

Slide 12 - Open question

Noem 5 artikelen die je kunt kopen in een supermarkt:

Slide 13 - Open question

Wat is representatief?
A
Aanwezig zijn op je werk
B
Een presentatie geven
C
Er verzorgd uit zien en op een goede manier contact maken
D
Schone kleren aan hebben

Slide 14 - Quiz

Wat is een functie?
A
Een supermarkt
B
Alles wat de winkelmedewerker doet
C
Het beroep dat iemand in de winkel heeft
D
Je salaris/loon/geld dat je krijgt

Slide 15 - Quiz

Wat doet een winkelmedewerker allemaal in de supermarkt?

Slide 16 - Open question

Wat is zijn taken?
A
Een supermarkt
B
Alles wat de winkelmedewerker doet
C
Het beroep dat iemand in de winkel heeft
D
Je salaris/loon/geld dat je krijgt

Slide 17 - Quiz

Welke functies in een winkel ken je nog meer?

Slide 18 - Open question

Vulploegleider

Slide 19 - Slide

Kassamedewerker

Slide 20 - Slide

Assistent filiaalmanager

Slide 21 - Slide

Filiaalmanager

Slide 22 - Slide

Toets
Ik deel  iedereen over tien minuten tegelijk de toets uit. Wil je niet meer leren? Dan ga je even iets anders doen, zonder te storen!

Slide 23 - Slide

Praktijk klas 1:

- Als je helemaal klaar bent met je toets, mag je een praktijkopdracht uit de kast kiezen. 
Theorie klas 2:

- Pak bladzijde 53! We gaan eerst herhalen en nakijken!

Slide 24 - Slide

Theorie - klas 2
Schoonmaken
Droog vuil
Reinigen
Gevarensymbool
Zichtbaar vuil
Aangekleefd vuil
Reinigingsmiddel
Schoonmaakplan




Slide 25 - Slide

Even herhalen...

Slide 26 - Slide

Vraag 9
- Wie maakt er thuis weleens schoon?
- Welke middelen gebruik je daarbij?
- Wat vind je een leuke schoonmaakklus?
- Waarom vind je dat een leuke klus?

Slide 27 - Slide

Droog vuil verwijder je...
A
Nat (dus met een sopje/dweil)
B
Droog (dus met een stofzuiger/bezem)
C
Met een kauwgomkrabber
D
Niet.. Dat laat je gewoon liggen ;)

Slide 28 - Quiz

Aangekleefd vuil verwijder je...
A
Nat (dus met een sopje/dweil)
B
Droog (dus met een stofzuiger/bezem)
C
Met een kauwgomkrabber
D
Niet.. Dat laat je gewoon liggen ;)

Slide 29 - Quiz

Als je aangekleefd vuil verwijdert (nat, dus met een sopje), dan noem je dat: reinigen.

Slide 30 - Slide

Zichtbaar vuil
Onzichtbaar vuil
Reinigingsmiddel
Desinfecteermiddel

Slide 31 - Drag question

Vraag 10
Waar gebruik je een reinigingsmiddel voor?

Slide 32 - Slide

Zichtbaar vuil
Voor badkamer/toilet
Voor de vloeren
Voor al het overige schoonmaakwerk
Sanitairreiniger
Vloerreinigingsmiddel
Interieurreiniger

Slide 33 - Drag question

Vraag 13
Glassex:
Ontstopper:
Harpic:

Slide 34 - Slide

Nieuwe theorie!
Eens even kijken wat jullie al weten! :)

Slide 35 - Slide

Wat heb je allemaal nodig als je gaat schoonmaken?

Slide 36 - Open question

Gevarensymbolen
We gaan eens kijken wat jullie al weten over gevarensymbolen

Slide 37 - Slide

Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Acute gezondheidseffecten
B
Oxiderend
C
Lange termijn gezondheidsgevaarlijk
D
Bijtend

Slide 38 - Quiz

Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Bijtend
B
Giftig
C
Ontvlambaar
D
Lange termijn gezondheidsgevaarlijk

Slide 39 - Quiz

Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Oxiderend
B
Milieugevaarlijk
C
Giftig
D
Ontplofbaar/ explosief

Slide 40 - Quiz

Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Gassen onder druk
B
Ontplofbaar/Explosief
C
Ontvlambaar
D
Oxiderend

Slide 41 - Quiz

Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Giftig
B
Ontvlambaar
C
Milieugevaarlijk
D
Schadelijk (bijv. ontstekingen)

Slide 42 - Quiz

Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Oxiderend
B
Milieugevaarlijk
C
Ontplofbaar/Explosief
D
Ontvlambaar

Slide 43 - Quiz

Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Ontvlambaar
B
Oxiderend
C
Ontplofbaar/Explosief
D
Gassen onder druk

Slide 44 - Quiz

Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Giftig
B
Acute gezondheidseffecten
C
Bijtend
D
Lange termijn gezondheidsgevaar

Slide 45 - Quiz

Wat betekent dit gevarensymbool?
A
Ontvlambaar
B
Ontplofbaar/Explosief
C
Gassen onder druk
D
Oxiderend

Slide 46 - Quiz

Zelfstandig werken (vorige week)

In de klapper:
- Maak opdracht 9 t/m 13 (blz. 53 en 54) 

Eduhint:
- Waarom schoonmaken
Zelfstandig werken (deze week)

Slide 47 - Slide

Zelfstandig werken (vorige week)

In het boek:
- Maak opdracht 9 t/m 13 (blz. 53 en 54) 

Eduhint:
- Waarom schoonmaken
Zelfstandig werken (deze week)

In de klapper:
- Maak opdracht 14 t/m 18 (blz. 57 t/m 60)


Eduhint:
-

Slide 48 - Slide

Dit vond ik vandaag het leukste:

Slide 49 - Open question

Hier ga ik volgende week aan werken:

Slide 50 - Open question