Emotie: Communicatie, Soorten en ontstaan


EMOTIES

1 / 34
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolhavoLeerjaar 6

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson


EMOTIES

Slide 1 - Slide

4. COMMUNICATIE VAN EMOTIES

Slide 2 - Slide

"Ik schrijf altijd mijn zorgen, piekergedachten, kwaadheid van me af." Dit is een voorbeeld van:
A
Vluchten
B
Aanpakken
C
Ontkennen
D
Afstand nemen

Slide 3 - Quiz

4.2 Controleerbaar en niet controleerbaar
4.2.1  Controleren van emoties: persoonsgebonden

  • Vluchten
  • Ontkennen
  • Afstand nemen
  • Aanpakken

Slide 4 - Slide

WAT IS JOUW MEESTE VOORKOMENDE AANPAK OM MET EMOTIES OM TE GAAN?
VLUCHTEN
ONTKENNEN
AFSTAND NEMEN
AANPAKKEN

Slide 5 - Poll

Welke uitspraak is niet juist?
A
Vrouwen zijn emotioneler dan mannen.
B
Mannen tonen meer lichamelijke reacties bij emoties.
C
Mannen en vrouwen zijn even emotioneel.
D
Vrouwen tonen meer emotionele expressie.

Slide 6 - Quiz

Hoe komt het dat mannen minder expressie vertonen, maar wel meer fysiologische reacties ervaren?
A
Ze willen dit zelf.
B
Omdat openlijk emoties tonen meer aanvaard is bij vrouwen.
C
Omdat mannen minder emoties hebben.
D
Omdat vrouwen dramaqueens zijn.

Slide 7 - Quiz

Bijlage 21: Zijn vrouwen emotioneler dan mannen?
3. Welke verklaring zou men kunnen geven voor deze resultaten?

  • Openlijke gevoelsuitdrukkingen sociaal beter aanvaard bij vrouwen.
  • Daarom sterkere fysiologische reactie bij mannen.





Slide 8 - Slide

5. SOORTEN EMOTIES

Slide 9 - Slide

Wat is de achternaam van de onderzoeker die basisemoties heeft onderzocht?

Slide 10 - Open question

5.1 Basisemoties of aangeboren emoties

  • = aantal gezichtsuitdrukkingen die universeel, door iedereen, op dezelfde wijziging worden geïnterpreteerd.

  • Discussie over het aantal basisemoties

  • Paul Ekman






Slide 11 - Slide

VOLGENS EKMAN ZIJN ER 6 BASISEMOTIES: BLIJ, VERDRIETIG, BOOS, VERRAST, ANGST EN....
NEEM EEN SELFIE WAARIN JE DE ONTBREKENDE BASISEMOTIE UITDRUKT.

Slide 12 - Open question

HOEVEEL ONDERZOEKEN ROND BASISEMOTIES WORDEN ER BESPROKEN IN DE BIJLAGEN?
A
1
B
3
C
4
D
2

Slide 13 - Quiz

BIJLAGE 22: ONDERZOEKEN PAUL EKMAN
ONDERZOEK 1
  • Mensen uit 5 verschillende culturen
  • Zelfde foto’s van gezichten die emoties uitdrukten
  • Vraag: Welke emoties vertonen deze gezichten?
  • Meerderheid herkende de correcte emotie.
  • Kritiek = Onderzochte culturen allen onder invloed van het Westen.

Slide 14 - Slide

Bij welke doelgroep deed Paul Ekman zijn tweede onderzoek rond basisemoties?
A
5 verschillende culturen
B
Amerikaanse studenten
C
Blinde kinderen
D
Ongeletterde stam

Slide 15 - Quiz

BIJLAGE 22: ONDERZOEKEN PAUL EKMAN
ONDERZOEK 2

  • Ongeletterde geïsoleerde stam Papoea-New-Guinea.
  • Verhalen voorlezen + foto te kiezen die bij het verhaal past.
  • Zelfde fotoreeksen als bij eerste onderzoek!
  • Meerderheid herkende de correcte emotie.

Slide 16 - Slide

Bij welke doelgroep deed Paul Ekman zijn 3de onderzoek rond basisemoties?
A
5 verschillende culturen
B
Amerikaanse studenten
C
Blinde kinderen
D
Ongeletterde stam

Slide 17 - Quiz

BIJLAGE 22: ONDERZOEKEN PAUL EKMAN
ONDERZOEK 3

  • Las dezelfde verhaaltjes voor, maar vroeg nu om gezichten te trekken zoals de persoon zou doen in het verhaal.

  • Video laten zien aan Amerikaanse studenten.
  • Studenten konden de emoties identificeren

Slide 18 - Slide

Bij welke doelgroep deed Paul Ekman zijn 4de onderzoek rond basisemoties?
A
5 verschillende culturen
B
Amerikaanse studenten
C
Blinde kinderen
D
Ongeletterde stam

Slide 19 - Quiz

BIJLAGE 22: ONDERZOEKEN PAUL EKMAN
ONDERZOEK 4

  • Blinde kinderen kunnen geen gezichtsuitdrukkingen geleerd hebben.
  • Toch zelfde uitdrukkingen voor basisemoties.


Slide 20 - Slide

Aanverwante emotie boosheid

Slide 21 - Mind map

5. SOORTEN EMOTIES
5.2 AANGELEERDE OF AANVERWANTE EMOTIES

  • Emoties afhankelijk van
  • Persoonlijke levensgeschiedenis van de cultuur
  • Afgeleid van basisemoties, maar genuanceerder
  • Moeilijk te herkennen
  • Ondertoon wel herkenbaar, maar nuances veel moeilijker


Slide 22 - Slide

6. ONTSTAAN VAN EMOTIES

Slide 23 - Slide

DE BIJLAGE OVER HET NUT VAN JALOEZIE PAST BIJ WELKE THEORIE ROND HET ONTSTAAN VAN EMOTIES?
A
COGNITIEVE BENADERING
B
FYSIOLOGISCHE BENADERING
C
EVOLUTIELEER
D
CULTURELE BENADERING

Slide 24 - Quiz

6. ONTSTAAN VAN EMOTIES
6.1 EVOLUTIELEER

  • Fundamentele emoties treden in werking in situaties die bedreigend zijn (persoon en positie in samenleving)
  • Vb. Overleven, voortplanten


Slide 25 - Slide

"Ik heb net een kat aangereden en staat te beven hoewel ik niet besef wat me net overkomen is."

Bij welke ontstaanstheorie past dit voorbeeld.
A
COGNITIEVE BENADERING
B
FYSIOLOGISCHE BENADERING
C
EVOLUTIELEER
D
CULTURELE BENADERING

Slide 26 - Quiz

6. ONTSTAAN VAN EMOTIES
6.2 Fysiologische benadering

  • In bepaalde situaties eerst een lichamelijke reactie voor het ervaren van een emotie


Slide 27 - Slide

"Ik ben dat online les volgen zo beu en daarom voel ik me nu lusteloos."

Bij welke ontstaanstheorie past dit voorbeeld.
A
COGNITIEVE BENADERING
B
FYSIOLOGISCHE BENADERING
C
EVOLUTIELEER
D
CULTURELE BENADERING

Slide 28 - Quiz

6. ONTSTAAN VAN EMOTIES
6.3 Cognitieve benadering

  • Het voelen van een emotie is afhankelijk van de interpretatie die we aan de prikkel geven.


Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video



Bij welke ontstaanstheorie past het vorige filmpje over de begrafenis
A
COGNITIEVE BENADERING
B
FYSIOLOGISCHE BENADERING
C
EVOLUTIELEER
D
CULTURELE BENADERING

Slide 31 - Quiz

6. ONTSTAAN VAN EMOTIES
6.4 Culturele benadering

  • Emoties verschillen van cultuur tot cultuur.
  • Vaak universele manier van uiten MAAR
  • Vaak verschillend geïnterpreteerd en gebruikt
  • Emoties verschillen binnen een cultuur
  • Vb. op grond van sociale rollen


Slide 32 - Slide

Is volgende stelling juist of fout?

"Alle ontstaanstheorieën zijn evenwaardig aan elkaar."
Juist
FOUT

Slide 33 - Poll

6. ONTSTAAN VAN EMOTIES
CONCLUSIE

  • nog veel onduidelijkheden en discussies
  • elke theorie hecht belang aan specifiek aspect
  • Ontkennen betekenis van andere opvattingen niet!


Slide 34 - Slide