This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Herhalingsles
Leerstof
BOEK 3: De mens en zijn gedrag
Slide 1 - Slide
Wat heb je allemaal gezien over EMOTIES?
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Video
00:28
Welke BASISEMOTIE van Ekman herken je? Schrijf hierbij ook minimum 1 VERWANTE emotie
Slide 4 - Open question
01:06
Welke BASISEMOTIE van Ekman herken je? Schrijf hierbij ook minimum 1 VERWANTE emotie
Slide 5 - Open question
01:43
Welke BASISEMOTIE van Ekman herken je? Schrijf hierbij ook minimum 1 VERWANTE emotie
Slide 6 - Open question
02:23
Welke BASISEMOTIE van Ekman herken je? Schrijf hierbij ook minimum 1 VERWANTE emotie
Slide 7 - Open question
02:57
Welke BASISEMOTIE van Ekman herken je? Schrijf hierbij ook minimum 1 VERWANTE emotie
Slide 8 - Open question
03:15
Paul Ekman spreekt over 6 basisemoties, welke is er nog tekort?
Slide 9 - Open question
Componenten van emoties?
1. Gedragscomponent
2. Fysiologische component
3. Cognitieve component
Slide 10 - Slide
Over welke component van emoties gaat het in dit voorbeeld?
A
Gedragscomponent
B
Fysiologische component
C
Cognitieve component
D
Meerdere
Slide 11 - Quiz
Over welke component van emoties gaat het in dit voorbeeld?
A
Gedragscomponent
B
Fysiologische component
C
Cognitieve component
D
Meerdere
Slide 12 - Quiz
Zweten is inderdaad fysiologisch, maar je kan hier nog veel meer over vertellen: is het autonoom/hormonaal/hersenen??? Is het sympathisch of parasympatisch zenuwstelsel? Leg uit
Slide 13 - Open question
Over welke component van emoties gaat het in dit voorbeeld?
A
Gedragscomponent
B
Fysiologische component
C
Cognitieve component
D
Meerdere
Slide 14 - Quiz
Over welke component van emoties gaat het in dit voorbeeld?
Ik weet dat mijn broer vannacht thuiskomt van reis, dus ik schrik niet bij het horen van geluid...
A
Gedragscomponent
B
Fysiologische component
C
Cognitieve component
D
Meerdere
Slide 15 - Quiz
Over welke component van emoties gaat het in dit voorbeeld?
A
Gedragscomponent
B
Fysiologische component
C
Cognitieve component
D
Meerdere
Slide 16 - Quiz
Over welke component van emoties gaat het in dit voorbeeld?
A
Gedragscomponent
B
Fysiologische component
C
Cognitieve component
D
Meerdere
Slide 17 - Quiz
Uiten van emoties:
Digitale en analoge communicatie
Congruente en paradoxale communicatie
OPDRACHT
Beeld een situatie uit waarin jij jouw emoties uit, de anderen raden of het gaat om digitaal/analoog of congruent/paradoxaal
(!Leg dan zelf uit waarom)
Slide 18 - Slide
Is België eerder individualistisch of collectivistisch?
Slide 19 - Mind map
Welke term zie je hier uitgebeeld???
Slide 20 - Open question
REFLECTEREN
Slide 21 - Slide
Welk begrip past NIET bij reflecteren?
A
Metacognitie
B
Nadenken over
C
Evalueren
D
Over persoonlijk functioneren
Slide 22 - Quiz
Aan welk reflectiemodel doet dit je denken?
Slide 23 - Open question
Aan welk reflectiemodel doet dit je denken?
Slide 24 - Open question
SAMENHANG
Slide 25 - Slide
OEFENING DEEL 3 Jouw gedrag wordt beïnvloed
Formuleer samen met je buur een SMART doel die jij wil bereiken deze zomervakantie
Kies samen een paar opleidingen uit het hoger onderwijs die jullie interessant vinden en situeer ze in het in het aanbod (boek pg 110)