What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
31-3 taalles Bijvoeglijke naamwoorden
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
NT2
Basisschool
Middelbare school
vmbo lwoo
Groep 1
Leerjaar 1
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
lidwoorden
Er zijn 3 lidwoorden
de
het
een
Slide 2 - Slide
zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naam woord is een woord waar je meestal een lidwoord voor moet zetten.
het huis
een stoel
de kinderen
Slide 3 - Slide
zelfstandig naamwoord
Je kunt een zelfstandig naamwoord meestal in het enkelvoud en meervoud zetten.
het glas - de glazen
de school - de scholen
een bord - de borden
Slide 4 - Slide
zelfstandig naamwoord
namen van personen (Dagmar)
namen van plaatsen (Amsterdam,)
Slide 5 - Slide
Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
de
B
hondjes
C
blaffen
Slide 6 - Quiz
Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
maar
B
het
C
lopen
D
appel
Slide 7 - Quiz
Wat is geen zelfstandig naamwoord?
A
Lisa
B
bank
C
probeer
D
koffie
Slide 8 - Quiz
Wat is een lidwoord?
A
morgen
B
tafel
C
hij
D
het
Slide 9 - Quiz
Wat is geen lidwoord?
A
en
B
een
C
de
D
het
Slide 10 - Quiz
het blauwe boek
'het' is een
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
werkwoord
Slide 11 - Quiz
het mooie liedje
'liedje' is een
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
werkwoord
Slide 12 - Quiz
Het bijvoeglijke naamwoord....
- zegt iets over een
zelfstandig naamwoord.
de snelle auto --> de auto is snel
de bruine tafel --> de tafel is bruin
Slide 13 - Slide
De lieve jongen gaat naar school.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
jongen
B
de
C
school
D
lieve
Slide 14 - Quiz
Het mooie huis staat op een berg.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
het
B
mooie
C
huis
D
berg
Slide 15 - Quiz
De aardige man loopt naar de grote bibliotheek.
Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
aardige, man
B
aardige, loopt
C
aardige, grote
D
grote, bibliotheek
Slide 16 - Quiz
Het lieve kind wil een nieuwe fiets.
Schrijf de bijvoeglijke naamwoorden hieronder
Slide 17 - Open question
Bijvoeglijke naamwoorden
schrijven
Als een bijvoeglijk naamwoord voor het zelfstandig naamwoord staat, komt er een -e achter.
De rozen zijn
mooi
- de
mooie
rozen
De jurk is
wit
- de
witte
jurk
De jas is
geel
- de
gele
jurk
Slide 18 - Slide
De ..... man --> (klein)
Slide 19 - Open question
de ..... auto --> (zwart)
Slide 20 - Open question
De .... man (boos)
Slide 21 - Open question
een ..... jurk--> (wit)
Slide 22 - Open question
More lessons like this
Grammatica herhaling donderdag 9 maart
March 2023
- Lesson with
29 slides
NT2
Basisschool
Middelbare school
vmbo lwoo
Groep 1
Leerjaar 1
24-1 taalles Bijvoeglijke naamwoorden
October 2023
- Lesson with
22 slides
NT2
Basisschool
Middelbare school
vmbo lwoo
Groep 1
Leerjaar 1
31-3 taalles Bijvoeglijke naamwoorden
March 2023
- Lesson with
32 slides
NT2
Basisschool
Middelbare school
Praktijkonderwijs
Voortgezet speciaal onderwijs
Speciaal Onderwijs
MBO
HBO
WO
Beroepsopleiding
vmbo lwoo, b, k
Leerroute VL
Leerroute VB
Leerroute VK
Leerjaar 2
NT2 Bijvoeglijke naamwoorden (les 12 Basisgrammatica)
March 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
zelfstandig naamwoord groep 6-7
September 2023
- Lesson with
15 slides
Taal
Basisschool
Groep 6,7
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Bijvoeglijke naamwoorden
October 2017
- Lesson with
29 slides
Spelling
Beroepsopleiding
TH1: spelling H5: bijvoeglijk naamwoord
September 2022
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1