B2A Nederlands Over Taal Blok 3

Over taal blok 3
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Over taal blok 3

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
na deze les:
- kun je vertellen wat 'voorvoegsels' zijn.
- kun je vertellen wat 'achtervoegsels' zijn. 
- kun je voorbeelden van voor- en achtervoegsels noemen en ken je hun betekenis. 

Slide 2 - Slide

VOORVOEGSEL
Een voorvoegsel kun je voor een woord zetten. 
De betekenis van dat woord verandert dan. 
bijvoorbeeld: 
handig - onhandig

Deze meneer is heel onhandig betekent:
Deze meneer is niet handig. 

Slide 3 - Slide

voorvoegsels
Er zijn verschillende voorvoegsels, die allemaal iets anders betekenen.


voorvoegsel
betekenis
mis - 
slecht/verkeerd
on-
niet
her-
nog een keer

Slide 4 - Slide

ACHTERVOEGSEL
Een achtervoegsel kun je achter een woord zetten. 
bijvoorbeeld: 
breekbaar

Deze porseleinen vaas is breekbaar.
Betekent: deze porseleinen vaas kan breken.


Slide 5 - Slide

achtervoegsels
de betekenis van de achtervoegsels verandert nooit.




'loos' betekent altijd 'zonder'. 
respectloos, zoutloos, mateloos

achtervoegsel
betekenis
-baar
kan/je kunt het
-loos
zonder
-vol
met veel

Slide 6 - Slide

lange woorden
Soms hebben woorden een voorvoegsel én een achtervoegsel.
kijk maar:

Dit water is ondrinkbaar
betekenis:
Je kunt dit water niet drinken.

Slide 7 - Slide

is het woordje 'vol' in 'respectvol' een achtervoegsel?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

is het woordje 'baar' in 'gebaar' een achtervoegsel?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

is het woordje 'her' in 'herkennen' een voorvoegsel?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

is het woordje 'on' in 'oneens' een voorvoegsel?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Wat zijn verwijswoorden?
Verwijswoorden wijzen naar:
- een woord;
- een groep woorden;
- een zin.
Tijdens het lezen moet je altijd kijken waar een verwijswoord naar verwijst. Dat is nodig om de tekst goed te begrijpen.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat verwijst waarnaar?
De school heeft in januari een open dag. Dan komen daar veel jongens en meisjes kijken. Zij moeten nog een schoolkeuze maken. Hun ouders komen ook mee, omdat het een belangrijke keuze is en die is niet zomaar gemaakt.

Slide 14 - Slide

Overt Taal Blok 3
Maken opdrachten:
1 + 4 + 5 + 7 + 8 + 12 + 13

Slide 15 - Slide