This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Vandaag:
- opdracht 1 t/m 5 bespreken
- Soorten vragen over inhoud (blz. 232)
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Soorten vragen over inhoud: (blz. 232)
- tekstsoort, schrijfdoel, toon van de tekst
- hoofdgedachte, samenvatten
- tekststructuur
- functie van een tekstgedeelte
- betekenis van een tekstgedeelte
- argumentatie
Slide 3 - Slide
Argumentatie: (les 19 t/m 22)
- standpunt en argumenten herkennen
- argumentatieschema
- drogredenen
- kritische vragen bij argumentatie
Slide 4 - Slide
Het gaat straks regenen, ik zou maar een paraplu meenemen.
A
argument - standpunt
B
standpunt - argument
Slide 5 - Quiz
Gisteren lukte je het ook al niet, stop er nu maar mee!
A
argument - standpunt
B
standpunt - argument
Slide 6 - Quiz
Drugs moeten helemaal gelegaliseerd worden. Dan daalt de criminaliteit.
A
argument - standpunt
B
standpunt - argument
Slide 7 - Quiz
Argumentatieschema:
1. Kenmerken
- voorbeelden
- voor- en nadelen
2. Vergelijking
3. Oorzaak en gevolg (causaliteit)
Slide 8 - Slide
Wij komen nooit meer op tijd, deze file staat tot Utrecht
A
kenmerken
B
oorzaak en gevolg
C
vergelijking
Slide 9 - Quiz
Als je griep hebt, moet je daar eerst zelf wat aan proberen te doen voordat je naar de dokter gaat. Zo voel ik me al een stuk beter als ik een paar paracetamols neem.
A
kenmerken
B
oorzaak en gevolg
C
vergelijking
Slide 10 - Quiz
De prijzen voor kaartjes van voetbalwedstrijden zijn dit jaar bijna niet gestegen. Ik verwacht dan ook niet dat de tickets voor theatervoorstellingen duurder zullen worden.
A
kenmerken
B
oorzaak en gevolg
C
vergelijking
Slide 11 - Quiz
Lees het argument van diegene naast je en beoordeel de argumentatie.
Slide 12 - Slide
Autoriteitsargument
Is de autoriteit wel echt een deskundige?
Vals dilemma
Zijn er echt maar twee opties?
Overhaaste generalisatie
Is dat echt altijd zo? Of zijn er maar een paar voorbeelden?
Verkeerde vergelijking
Zijn er niet ook belangrijke verschillen?
Slide 13 - Slide
Persoonlijke aanval: op de persoon i.p.v. op de inhoud.
Ontduiken bewijslast: Iedereen snapt wel dat...
Cirkelredenering: standpunt is argument.
Vertekenen van een standpunt
Bespelen van het publiek: inspelen op bijvoorbeeld angst, woede, schuld
Slide 14 - Slide
Ik vind vrijheid van meningsuiting erg belangrijk, want iedereen moet kunnen zeggen wat hij of zij denkt.
A
persoonlijke aanval
B
ontduiken van bewijslast
C
cirkelredenering
D
vertekenen van het standpunt
Slide 15 - Quiz
Jij weet helemaal niks over gezond en gevarieerd eten, je bent zelf veel te zwaar!
A
persoonlijke aanval
B
ontduiken van bewijslast
C
cirkelredenering
D
vertekenen van het standpunt
Slide 16 - Quiz
Als je me niet gelooft, bewijs dan maar eens dat het niet zo is!
A
persoonlijke aanval
B
ontduiken van bewijslast
C
cirkelredenering
D
vertekenen van het standpunt
Slide 17 - Quiz
Mijn oma dronk elke dag 3 glazen cola en zij is 92 jaar oud geworden. Het drinken van cola is dus gezond.
A
autoriteitsargument
B
vals dilemma
C
overhaaste generalisatie
D
verkeerde vergelijking
Slide 18 - Quiz
Geschiedenislessen zijn helemaal niet belangrijk. Oude kleren gooi je toch ook gewoon weg?
A
autoriteitsargument
B
vals dilemma
C
overhaaste generalisatie
D
verkeerde vergelijking
Slide 19 - Quiz
De wetenschap kan het ontstaan van graancirkels niet goed verklaren, dus graancirkels zijn het werk van aliens.