La négation

La négation
De ontkenning
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

La négation
De ontkenning

Slide 1 - Slide

Les buts
Na het voltooien van deze LessonUp:
  • Heb je aantekeningen gemaakt over de ontkenning in het Frans.
  • Kun je een korte Franse zin ontkennend maken met de ontkenning 'niet'. 

Slide 2 - Slide

De ontkenning, c'est quoi?
Een ontkenning is een manier om te zeggen dat je iets niet hebt gedaan. Het wordt ook wel een negatieve zin genoemd. 

Slide 3 - Slide

De persoonsvorm
Om een zin ontkennend te maken, is het belangrijk dat je de persoonsvorm kunt vinden. Hoe doe je dat? 

Je kunt de persoonsvorm in een zin vinden door de zin vragend te maken. De persoonsvorm komt dan vooraan de zin. 
Je kunt de ontkenning vinden door de zin in een andere tijd te zetten. De persoonsvorm verandert dan. 
De persoonsvorm is altijd een werkwoord. Meestal is het het eerste werkwoord in de zin. Een werkwoord herken je omdat er altijd een onderwerp bij staat, bijvoorbeeld ik, jij, Frank of Anouk.

Slide 4 - Slide

Wat is de persoonsvorm in deze zin:
Tu aimes le foot?
A
tu
B
le
C
aimes
D
foot

Slide 5 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Kees et Karel habitent à Zwolle dans une grande maison.
A
Kees et Karel
B
habitent
C
une grande maison
D
dans

Slide 6 - Quiz

De ontkenning
Het woordje 'niet' bestaat in het Frans uit twee woorden: 
ne ... pas
Deze woorden zet je om de persoonsvorm heen. 'ne' zet je voor de persoonsvorm, 'pas' erachter. 

Let op: begint de persoonsvorm met een klinker of een h? Dan gebruik je geen ne, maar n'

Slide 7 - Slide

Stappenplan voor het maken van een ontkenning
  1. Zoek de persoonsvorm.
  2. Zet 'ne' voor de persoonsvorm en 'pas' erachter. 
  3. Maak de zin af zoals hij was.

Voorbeeld: 
Nous sommes en France pendant les vacances. 
Nous ne sommes pas en France pendant les vacances. 

Slide 8 - Slide

Maak de volgende zin ontkennend:
Nous perdons le match.
A
Ne nous pas perdons le match.
B
Nous ne perdons pas le match.
C
Nous perdons ne le match pas.
D
Nous perdons le ne match pas.

Slide 9 - Quiz

Maak de volgende zin ontkennend:
il a onze ans?
A
il n'a pas quinze ans.
B
n'il a pas quinze ans.
C
il a ne quinze ans pas.
D
il a ne pas quinze ans.

Slide 10 - Quiz

Oefenen
Om te oefenen kun je de opdrachten uit je boek maken of oefeningen maken op deze site

Slide 11 - Slide