KD // nevelen // les 9 - cilinder tot omslag, 3e nevelcontrole

1 / 23
next
Slide 1: Slide
OptiekMBOStudiejaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vorige les
  • Stap 1 // beginvisus bepalen
  • Stap 2 // hg/hv
  • Stap 3 // nevelen
  • Stap 4 // 1e nevelcontrole 
  • Stap 5 // voorkeursrichting bepalen op de stralenkrans
  • Stap 6 // brandlijncontrole
  • Stap 7 // 2e nevelcontrole

Slide 2 - Slide

Vandaag
  • Stap 8 // cilinder corrigeren tot omslag
  • Stap 9 // derde nevelcontrole

Slide 3 - Slide

Stappenplan bij zwak astigmatisme
  1. Begin visus bepalen
  2. HG/HV
  3. Nevelen
  4. Eerste nevelcontrole
  5. Voorkeursrichting bepalen
  6. Brandlijncontrole
  7. Tweede nevelcontrole
  8. Astigmatisme corrigeren
  9. Derde nevelcontrole
  10. Nevelglas uitrefractioneren
  11. Rood-groenproef 

Slide 4 - Slide

Wat weten we nog?
open lessonup.app

Slide 5 - Slide

Welke vorm van astigmatisme heeft het oog na het behalen van hoogste glas, hoogste visus?
A
samengesteld myoop astigmatisme
B
(zuiver) gemengd astigmatisme
C
enkelvoudig hypermetroop astigmatisme
D
enkelvoudig myoop astigmatisme

Slide 6 - Quiz

Wanneer stop je met het voorhouden van negatieve glazen?
A
tot je geen zin meer hetbt
B
tot de klant zegt dat het gelijk blijft
C
tot de klant zegt dat het beter wordt
D
tot de klant zegt dat het slechter wordt

Slide 7 - Quiz

Wanneer stop je met het voorhouden van positieve glazen?
A
tot je geen zin meer hebt
B
tot de klant zegt dat het gelijk blijft
C
tot de klant zegt dat het beter wordt
D
tot de klant zegt dat het slechter wordt

Slide 8 - Quiz

De beginvisus is 0.4.
Met welk glas start je de refractie?
A
S +2.00
B
S +1.00
C
S -0.50
D
S -0.25

Slide 9 - Quiz

Met welk glas start je de refractie?
A
positief glas
B
negatief glas
C
waar je zin in hebt
D
afhankelijk van de huidige bril sterke

Slide 10 - Quiz

Bij stap 3 ga je nevelen. Met welk glas doe je dit?
A
S +0,25
B
S +0,50
C
S +1,00
D
S -0,50

Slide 11 - Quiz

Met welke sterkte mag je maximaal nevelen?
A
S +0,50
B
S +0,75
C
S +1,00
D
zo veel als nodig is

Slide 12 - Quiz

Bij stap 4 ga je de 1e nevelcontrole uitvoeren. Met welk glas doe je dit?
A
S -0,25
B
S -0,50
C
S +0,25
D
S +1,00

Slide 13 - Quiz

Met welk glas voor je de brandlijncontrole uit?
A
S +0.50
B
S +1.00
C
Afhankelijk van de beginvisus.
D
Dat maakt niet zoveel uit, als het maar een positief glas is.

Slide 14 - Quiz

Waarom voer je de brandlijncontrole uit?
A
Om te kijken of de voorste brandlijn op het netvlies ligt.
B
Om te kijken of de achterste brandlijn op het netvlies ligt.
C
Om de accommodatie uit te schakelen.
D
Om te controleren of je voldoende geneveld heb.

Slide 15 - Quiz

Stap 8 // astigmatisme corrigeren
Je gaat nu de voorste brandlijn naar de andere brandlijn brengen.

Dit doe je met een negatief cilinderglas. 

Je corrigeert de cilinder tot de stralenkrans egaal zwart wordt gezien.
Je moet wel altijd omslag creëren. 
Het glas waarmee je omslag bereikt, plaats je niet.

Slide 16 - Slide

Stap 8 // astigmatisme corrigeren
De min-as van de correctiecilinder staat altijd loodrecht op de voorkeursrichting die de klant aangeeft op de stralenkrans.

 

Met een cilinderglas verschuift altijd de brandlijn die dezelfde richting heeft als de asstand van de cilinder.

Slide 17 - Slide

Stap 8 // astigmatisme corrigeren
Vragen die je kunt stellen:
  • Ziet u met dit glaasje meer strepen zwarter worden?
  • In welke richting ziet  u de zwartste streep?

Vraag altijd naar de voorkeursrichting als de stralenkrans bijna egaal wordt gezien (i.v.m. omslag).

Als je een cilinderglas geplaatst heb, mag je de richting van het pijlfiguur nooit meer veranderen

Slide 18 - Slide

Stap 8 // astigmatisme corrigeren
Tijdens de refractie moet altijd omslag van de voorkeursrichting op de stralenkrans plaatsvinden.
Door de omslag weet je zeker dat je cilindersterkte correct is.

De blokfiguren kan je gebruiken om de omslag te bepalen.

Slide 19 - Slide

Stap 8 // astigmatisme corrigeren
Je plaatst 2/3 van de geschatte cilindersterkte.

Je plaatst minimaal C -0.50.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide