THEMA 4, DICTEE 4

1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Sterke werkwoorden

Slide 11 - Slide

sterke werkwoorden
sterke werkwoorden zijn leerwoorden, die moet je dus leren

Slide 12 - Slide

werkwoord: genezen

VT
De zieke man ........ heel erg snel.
A
genas
B
geneesde
C
geneest

Slide 13 - Quiz

werkwoord: genezen

VT
De zieke man ........ heel erg snel.
A
genas
B
geneesde
C
geneest

Slide 14 - Quiz

werkwoord: wijzen

VT
De juf ........ naar een kind in de klas..
A
wijst
B
wees
C
wijste
D
wijstte

Slide 15 - Quiz

werkwoord: verblijven

VT
Vorig jaar ........ ik in een hotel.
A
verblijf
B
verblijfde
C
verblijft
D
verbleef

Slide 16 - Quiz

werkwoord: ruiken

VT
Afgelopen zomer ...... de bloemen heel lekker.
A
ruikten
B
roken
C
rookten
D
ruiken

Slide 17 - Quiz

Zwakke werkwoorden

Slide 18 - Slide

werkwoord: VERKWISTEN
De rijke man ........ heel veel geld.
VT

Slide 19 - Open question

werkwoord: VERPLICHTEN
De ........ sommen zijn moeilijk.
bijv. VD

Slide 20 - Open question

werkwoord: UITZETTEN
De ........ route naar school is lastig.
bijv. VD

Slide 21 - Open question

aan het werk
SPELLING
WEEK 2 - DICTEE 7

Slide 22 - Slide