1.3 Amsterdam in de Gouden Eeuw

Welkom bij GS!
  1. Telefoon in de tas!
  2. Pak je laptop en schrift erbij.
  3. Kom in de LessonUp met je eigen naam.
  4. Toppertjes!!!

Stadhuis van Amsterdam
De Amsterdamse regenten vonden dat het tijd werd voor een nieuw stadhuis. Het moest een prachtig gebouw worden dat goed liet zien hoe belangrijk en rijk Amsterdam was. Jacob van Campen werd de architect. Het stadhuis werd tussen 1648 en 1655 gebouwd.
1 / 49
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij GS!
  1. Telefoon in de tas!
  2. Pak je laptop en schrift erbij.
  3. Kom in de LessonUp met je eigen naam.
  4. Toppertjes!!!

Stadhuis van Amsterdam
De Amsterdamse regenten vonden dat het tijd werd voor een nieuw stadhuis. Het moest een prachtig gebouw worden dat goed liet zien hoe belangrijk en rijk Amsterdam was. Jacob van Campen werd de architect. Het stadhuis werd tussen 1648 en 1655 gebouwd.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Herhaling Paragraaf 1.2
  2. Leerdoelen
  3. Start p. 1.3 Amsterdam in de Gouden Eeuw.
  4.  Stapelmarkt
  5. Aan de slag

Slide 2 - Slide

Herhaling: Wat is een compagnie
A
Specerijen
B
Handelsbedrijf
C
Een soort schip
D
Pakhuis voor goederen

Slide 3 - Quiz

Herhaling: Hoe zorgden de losse compagnieën ervoor dat iedereen minder verdiende?

Slide 4 - Open question

Herhaling: Waar staan de letters WIC voor?
A
West-Indische Compagnie
B
Westers Ingestelde Compagnie
C
West-Iconische Compagnie
D
Welvaart-Indische Compagnie

Slide 5 - Quiz

Geweren, stoffen, alcohol etc.
Plantageproducten
Slaven

Slide 6 - Drag question

Herhaling: Je weet het verschil tussen de VOC en de WIC
Kaapvaart
Specerijen
Slavenhandel
Driehoekshandel
Monopolie
1602
Aandelen
1621

Slide 7 - Drag question

Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je:
  1. Wat het begrip stapelmarkt betekent. 
  2. Ook weet je waarom Amsterdam een goede handelsplek was.
  3. En kun je uitleggen hoe Nederland rijk werd in de zeventiende eeuw. 

Slide 8 - Slide

1.3 Amsterdam in de Gouden Eeuw

Slide 9 - Slide

Amsterdam als stapelmarkt
  • Handel Oostzee (?) > Verkoop Republiek > Overige verkoop Zuid-Europa.
  • Producten Oostzee, VOC & WIC moesten opgeslagen worden.
  • Amsterdam & Antwerpen liggen halverwege Noord/Zuid-Europa.

  • Stapelmarkt - Plaats waar handelsproducten tijdelijk worden opgeslagen om van daaruit verder te worden verhandeld. 
Grachtengordel
De grachten gordel is het netwerk van vier hoofdgrachten in het centrum van Amsterdam, gebouwd in de 17e eeuw. Grote pakhuizen moesten alle handelsspullen opslaan om later door te verkopen.
Oostzee

Slide 10 - Slide

Amsterdam als stapelmarkt
  • In de pakhuizen werden de volgende goederen opgeslagen: Stof, hout, kaas, graan, haring, wijn & specerijen.

  • Hoe werd Amsterdam rijk?
  • Het opslaan en wegen van de goederen leverde veel geld op!

Slide 11 - Slide

LD: Waarom was Amsterdam een goede handelsplek?

Slide 12 - Open question

Immigratie
  • Immigratie - Mensen naar een ander land verhuizen om daar te wonen en werken.

  • Amsterdam werd een wereldstad.
  • Veel mensen trokken naar Amsterdam.
  • Waarom:
  • Rijkdom in Amsterdam.
  • Minder oorlog dan in Europa.
  • Godsdienstvrijheid in Amsterdam.
  • Rond 1625 was 40% van de Amsterdammers migrant.

Slide 13 - Slide

Wat is GEEN reden voor de vele migranten naar de Republiek?
A
Rijkdom in de Republiek
B
Migranten kregen gratis land in de Republiek
C
In de Republiek was minder oorlog
D
Godsdienstvrijheid in de Republiek

Slide 14 - Quiz

Grachtenpanden en buitenhuizen
  • Het werd erg druk in Amsterdam. 
  • Keizersgracht, Prinsengracht & Herengracht.
  • Rijke kooplieden kochten dure huizen in de grachten.
  • Druk, rumoerig, stank & ziektes.
  • In de zomer verhuizen naar een buitenhuis.
  • Familie, personeel, kleding, meubels, servies, boeken etc.
Herteveld
Herteveld was de naam van het buitenhuis van de Amsterdamse koopmansfamilie Van Zinnick. Het staat aan de rivier de Vecht, tussen Amsterdam en Utrecht. Aan de Vecht zijn in de Gouden Eeuw tientallen buitenhuizen gebouwd.
Amsterdam werd drukker en drukker....

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je:
  1. Wat het begrip stapelmarkt betekent. 
  2. Ook weet je waarom Amsterdam een goede handelsplek was.
  3. En kun je uitleggen hoe Nederland rijk werd in de zeventiende eeuw. 

Slide 16 - Slide

LD: Wat is een stapelmarkt?

Slide 17 - Open question

Ik kan antwoord geven op de leerdoelen:
1. Wat het begrip stapelmarkt betekent.
2. Ook weet je waarom Amsterdam een goede handelsplek was.
3. En kun je uitleggen hoe Nederland rijk werd in de zeventiende eeuw.
Ja!
Nee
Een beetje...

Slide 18 - Poll

Aan de slag!
Boek 2 vmbo-t/havo
Paragraaf 1.3 Amsterdam in de Gouden Eeuw
Opdrachten 2, 3, 4 & 5

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Welkom bij GS!
  1. Telefoon in de tas!
  2. Pak je laptop en schrift erbij.
  3. Kom in de LessonUp met je eigen naam.
  4. Toppertjes!!!

Slide 21 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Herhaling vorige les + SO 
  2. Leerdoelen
  3. Afmaken 1.3 Amsterdam in de Gouden Eeuw.
  4.  Inpolderen
  5. Afsluiting van de Schelde
  6. Aan de slag

Slide 22 - Slide

Do 2 nov & Vr 3 nov
SO Par 1.1, 1.2 & 1.3

-Paragraaf 1.1 Machtige mannen in de Republiek
Opdrachten 2, 3, 4, 5,6, 7, 8 & 9
-Paragraaf 1.2 De Republiek als handelsland
Opdrachten 4, 6, 7, 8, 9 & 10
-Paragraaf 1.3 Amsterdam in de Gouden Eeuw
Opdrachten 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9 & 10

-Aantekeningen
-Begrippen
-Afbeeldingen














Slide 23 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je:
  1. Wat de oorzaak van de droogmakerij in het gewest Holland was.
  2. En ook weet je de gevolgen van het afsluiten van rivier de Schelde waren voor de Republiek.

Slide 24 - Slide

Inpolderen
  • De bevolking in het westen groeide snel, maar er was te weinig landbouwgrond voor voedsel > te weinig voedsel.
  • De helft van gewest Holland bestond uit meren en moeras.
  • Jan Adriaanszoon Leeghwater bedacht hoe hij meren kon droogleggen.
  • Droogmakerij - Polder: Land dat vroeger een meer was, waaruit het water is weggepompt.
Jan Adriaanszoon Leeghwater
Hij was de zoon van een timmerman. Hij bedacht een ander soort molen, die veel beter was. Ook bedacht hij hoe je meren kon droogleggen, waardoor er meer grond kwam voor landbouw en woningen.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Wat was het voordeel van een droogmakerij?
A
Er kwam minder grond beschikbaar.
B
Er kwam meer landbouwgrond.
C
Er kwamen meer meren.
D
Er kwam een nieuwe handelsstad.

Slide 27 - Quiz

Van Spanje
De Republiek
Afsluiting van de Schelde

Slide 28 - Slide

Afsluiting van de Schelde
  • Zuiden was in Spaanse handen
  • Antwerpen was in die tijd een stapelmarkt. 
  • De rivier de Schelde liep vanuit de Republiek naar deze stad. Door deze rivier (de Schelde) af te sluiten moesten schepen nu wel naar Amsterdam varen.  

Slide 29 - Slide

Afsluiting van de Schelde
Gevolgen:
  1. Amsterdam werd de grootste stapelmarkt van Europa.
  2. Veel handelaren uit Antwerpen verhuisden naar Amsterdam.
  3. Deze handelaren waren protestantse mensen.
  4. Deze handelaren brachten veel geld en kennis met zich mee.
  5. Amsterdam werd hierdoor de grootste stapelmarkt van Europa.

Slide 30 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je:
  1. Wat de oorzaak van de droogmakerij in het gewest Holland was.
  2. En ook weet je de gevolgen van het afsluiten van rivier de Schelde waren voor de Republiek.

Slide 31 - Slide

LD: Waarom was een droogmakerij een 'grote verandering'?

Slide 32 - Open question

LD: Wat zijn 2 gevolgen van de afsluiting van de Schelde?
A
Veel handelaren verhuisden naar Amsterdam.
B
Veel handelaren verhuisden naar Antwerpen.
C
Antwerpen werd de grootste stapelmarkt van Europa.
D
Amsterdam werd de grootste stapelmarkt van Europa.

Slide 33 - Quiz

Ik kan antwoord geven op de leerdoelen
1. Wat de oorzaak van de droogmakerij in het gewest Holland was.
2. En ook weet je de gevolgen van het afsluiten van rivier de Schelde waren voor de Republiek.
Ja!
Nee
Een beetje...

Slide 34 - Poll

Aan de slag!
Boek 2 vmbo-t/havo
Paragraaf 1.3 Amsterdam in de Gouden Eeuw
Opdrachten: 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9 & 10
Extra: 11

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

6

Slide 37 - Video

00:42
Waarop is Amsterdam gebouwd?
A
Op hele droge grond.
B
Op hele natte grond.
C
Op palen.
D
Op ramen.

Slide 38 - Quiz

00:42
Wat is een ander woord voor 'drassig'?
A
Droog
B
Nat

Slide 39 - Quiz

01:18
Wie woonden er in de huizen aan de grachten?
A
De rijke kooplieden en handelaren
B
De ambachtslieden
C
De arme mensen
D
De bedelaars

Slide 40 - Quiz

01:18
Wat voor soort huizen stonden er aan de grachten?
A
Pakhuizen
B
Winkels
C
Polders
D
Woonhuizen (woningen)

Slide 41 - Quiz

01:56
In welke gracht vind je de 'gouden bocht'?
A
De keizersgracht
B
De herengracht
C
De prinsengracht

Slide 42 - Quiz

01:56
Wie woonden er in deze 'gouden bocht'?
A
De allerrijkste mensen
B
De rijken
C
De handelaren
D
De armen

Slide 43 - Quiz

Slide 44 - Video

Wat is een droogmakerij?
A
Dat is een meer.
B
Dat is land dat vroeger een meer was, maar is drooggelegd.
C
Dat is de naam voor de zeventiende eeuw.
D
Dat zijn grachten die rond het centrum van Amsterdam zijn aangelegd.

Slide 45 - Quiz

Wat is de Gouden Eeuw?
A
Dat is een meer.
B
Dat is land dat vroeger een meer was, maar is drooggelegd.
C
Dat is de naam voor de zeventiende eeuw.
D
Dat zijn grachten die rond het centrum van Amsterdam zijn aangelegd.

Slide 46 - Quiz

Wat is de stapelmarkt?
A
Dat is een plaats waar handelswaar tijdelijk wordt opgeslagen.
B
Dat is land dat vroeger een meer was, maar is drooggelegd.
C
Dat is de naam voor de zeventiende eeuw.
D
Dat zijn grachten die rond het centrum van Amsterdam zijn aangelegd.

Slide 47 - Quiz

Wat is de grachtengordel?
A
Dat is een plaats waar handelswaar tijdelijk wordt opgeslagen.
B
Dat is land dat vroeger een meer was, maar is drooggelegd.
C
Dat is de naam voor de zeventiende eeuw.
D
Dat zijn grachten die rond het centrum van Amsterdam zijn aangelegd.

Slide 48 - Quiz

Leg uit hoe Nederland in de zeventiende eeuw rijk werd.
Gebruik in je antwoord de begrippen: stapelmarkt en Gouden Eeuw

Slide 49 - Open question