Les formuleren

Voorzetsels 
Terugblik
Huiswerk 
Je leert over trappen van vergelijking 
Theorie uitleg 
Controle vragen
Maak de opdrachten bij de les Formuleren
Samenvatting
Wat heb je geleerd?
Maak de opdrachten bij de les Formuleren verder af
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Voorzetsels 
Terugblik
Huiswerk 
Je leert over trappen van vergelijking 
Theorie uitleg 
Controle vragen
Maak de opdrachten bij de les Formuleren
Samenvatting
Wat heb je geleerd?
Maak de opdrachten bij de les Formuleren verder af

Slide 1 - Slide

Wat geven voorzetsels vaak aan?
A
Plaats
B
Hoeveelheid
C
Reden
D
Tijd

Slide 2 - Quiz

voorzetsels noem je ook wel 'kastwoordjes'
A
dit klopt niet
B
dit klopt

Slide 3 - Quiz

De woorden -de-, -het- en -een- zijn...
A
Lidwoorden
B
Werkwoorden
C
Voorzetsels
D
Zelfstandige naamwoorden

Slide 4 - Quiz

Noteer vijf voorzetsels.

Slide 5 - Open question

Huiswerk check 

Slide 6 - Slide

• trappen van vergelijking leren


Stellende trap - als 
Vergotende trap - dan 
Overtreffende trap - ST 

Slide 7 - Slide

Trappen van vergelijking
Viktor is lief
Joost is liever
Boris is het liefst

* stellende trap
* vergrotende trap
* overtreffende trap

Slide 8 - Slide

De regels
* standaardregel: zet in de vergrotende trap -er achter het woord en  in de overtreffende trap -st.
* Woord op -r, vergrotende trap -derduur - duurder  
* Woord op -s, overtreffende trap alleen een -t: machteloost 
* Woord op -st of -sch krijgt in de overtreffende trap geen -st, maar het woordje meest ervoor. 
Meest praktisch, meest verrast

Slide 9 - Slide

als of dan
stellende trap --> als
ik ben even groot als jij
hij is niet zo slim als ik ben


vergrotende trap --> dan 
ik ben groter dan jij 
ik ben slimmer dan hij 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

als of dan?

Mijn computer is net zo snel ... die van Kyra.
A
als
B
dan

Slide 12 - Quiz

Als of dan?

Ik ben veel beter in wiskunde .... hij!
A
als
B
dan

Slide 13 - Quiz

Als of dan?

Het is hier anders ... op mijn vorige school.
A
als
B
dan

Slide 14 - Quiz

Als of dan?

Deze school is twee keer zo groot ... mijn vorige school.
A
als
B
dan

Slide 15 - Quiz

ik of mij?

Roy kan veel beter leren dan ik/mij.
A
ik
B
mij

Slide 16 - Quiz

ik of mij?

Hij maakt de toets beter dan ...
A
ik
B
mij

Slide 17 - Quiz



Maud is net zo snel … hij/hem.

A
als hij
B
dan hij
C
als hem
D
dan hem

Slide 18 - Quiz


Victor loopt een stuk harder ….. hij/hem.
A
als hij
B
dan hij
C
als hem
D
dan hem

Slide 19 - Quiz

Aan de slag
Maak nu de opdrachten van formuleren verder af
timer
20:00

Slide 20 - Slide

Samenvatting

Slide 21 - Slide

Voorzetsels 
Terugblik
Huiswerk 
Je leert over trappen van vergelijking 
Theorie uitleg 
Controle vragen
Maak de opdrachten bij de les Formuleren
Samenvatting
Wat heb je geleerd?
Maak de opdrachten bij de les Formuleren verder af

Slide 22 - Slide