Formuleren les 1

Welkom klas 1! 
Leg je spullen op tafel. 
Begin met lezen in je leesboek!
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom klas 1! 
Leg je spullen op tafel. 
Begin met lezen in je leesboek!

Slide 1 - Slide

Programma formuleren

1. Lezen

2. Signaalwoorden en tekstverbanden

3. Werken aan je planning

4. Afsluiting

Wat leer je deze les?
Je leert signaalwoorden gebruiken om verbanden tussen zinnen aan te geven.

Slide 2 - Slide

Welke verbindingswoorden kun je toevoegen?
Kies uit: zodat, want, maar, terwijl, zodra, doordat
1 Wim houdt van drop, … niet van chocola.
2 Coen stopt het verkeer, … Viktor veilig kan oversteken.
3 Suzanne legt Lotte de wiskundesommen uit, … zij snapt er helemaal niets van.
4 … Monique het beslag klopt, zet Janna de pannen op het vuur.
5 De bossen zien er in dit jaargetijde prachtig uit, … de bladeren van de bomen en struiken verkleuren.
6 … ik voldoende geld heb, zal ik u het geleende bedrag terugbetalen.

timer
4:00

Slide 3 - Slide

Antwoorden
1 Wim houdt van drop, maar niet van chocola.
2 Coen stopt het verkeer, zodat Viktor veilig kan oversteken.
3 Suzanne legt Lotte de wiskundesommen uit, want zij snapt er helemaal niets van.
4 Terwijl Monique het beslag klopt, zet Janna de pannen op het vuur.
5 De bossen zien er in dit jaargetijde prachtig uit, doordat de bladeren van de bomen en struiken verkleuren.
6 Zodra ik voldoende geld heb, zal ik u het geleende bedrag terugbetalen.

Slide 4 - Slide

Goed of fout?
  1. Heb jij goed voor dat proefwerk geleerd?
  2. Gister las ik een nieuwsbericht die ging over president Trump.
  3. Het doelpunt die hij maakte, kwam precies op het juiste moment!
  4. Deze iPhone is niet van jou!
  5. Het jongetje die mij uitlachte, fietste snel door.

Slide 5 - Slide

Woordgeslacht
Een zelfstandig naamwoord = een DE of HET woord
Woorden zijn mannelijk (m), vrouwelijk (v) of onzijdig (o)

HET-woorden zijn altijd ONZIJDIG
Mannelijk of vrouwelijk moet je opzoeken.


  1. Zoek op internet de volgende woorden op (www.woordenlijst.org): overheid, justitie, gehemelte.
  2. Noteer of het een mannelijk (m), vrouwelijk (v) of onzijdig (o) is.
timer
3:00

Slide 6 - Slide

Mannelijk en vrouwelijk
de-woorden

Deze en die

De telefoon, die telefoon
De docent, die docent


Onzijdig
het-woorden

Dit en dat

Dit boek, dat boek
Dit schema, dat schema

Slide 7 - Slide

Verwijswoorden wijzen terug naar een woord dat eerder genoemd is. 
De-woorden: deze en die
Het-woorden: dit en dat

Kies uit: deze, die, dit of dat
1. Het nieuwe theater, ..... morgen geopend wordt, was erg duur.
2. Ik ben mijn kluissleutel kwijt en ..... vind ik niet leuk.
3. Zoek je je telefoon? ..... ligt vast weer op je bureau. 

Slide 8 - Slide

Doen
Je gaat aan de slag met je planning.
Hulp: buurman/buurvrouw, groene theorie, internet.

Let op: ik loop bij iedereen langs om eventuele vragen te beantwoorden. Je kunt dan ook iets af laten tekenen.

timer
10:00

Slide 9 - Slide

Lesdoelen
1. Je leert om verwijswoorden in de zin te gebruiken: deze, die, dit dat.
2. Je leert om het geslacht van een woord op te zoeken.

Het boek ..... daar ligt is toch van jou?
Deze laptop vind ik minder mooi dan .... andere.
Dit boek gaat over een meisje ..... op hoog niveau danst. 

Slide 10 - Slide

Aanvullingen op planning

Formuleren 1/2/3

H1: opdr. 1, 2, 3

H2: opdracht 1, 2, 3, 4

H3: opdracht 1, 2, 3


Poezie en fictie

A: opdracht 4, 5, 6

B: opdracht 1, 2, 3, 4, 5

C: opdracht 1, 2, 3

Slide 11 - Slide

1. Lees de tekst hardop voor aan je klasgenoot.
2. Probeer te tellen hoeveel zinnen je hebt gehoord.
een tijger in een Russische dierentuin kreeg van zijn verzorgers een levende geit in zijn verblijf zijn jachtinstinct moest namelijk aangewakkerd worden de tijger deed echter helemaal niet wat ze hadden verwacht wat bleek namelijk de tijger en het geitje werden de beste maatjes ze zijn onafscheidelijk en tijger Amur heeft zelfs zijn slaapplek afgegeven aan de geit is dat niet aardig

Slide 12 - Slide

Filmpje theorie hoofdstuk 1

Maak eventueel aantekeningen.
Wat leer je deze les?
Verbindingswoorden en leestekens gebruiken om zinnen goed te begrenzen.

Slide 13 - Slide