Klas cp1I Lente (diaplus kleur bruin niveau)

1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar 
- Stop je telefoon in je zakkie, op stil en in je tas
- Jas uit en over de stoel
- Leg  je map, etui, pen, potlood op tafel
- Pak je Chromebook/ laptop voor je
- Start je Chromebook/ laptop op
- Log in op www.lessonup.app 
- Log in met google
       
      
timer
2:30

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe ziet de les eruit?
- Inleiding
- Herhaling vorige les
- Bespreken leerdoelen 
- Instructie
- Aan de slag
- Afsluiting 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Inleiding
Vandaag lezen we samen een tekst over de lente

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

lente

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Leerdoelen
Ik kan vragen over de tekst beantwoorden.
Ik weet welke woorden omgekeerd zijn en bij elkaar horen.
Ik kan tekstverbanden vinden in de tekst.

Slide 6 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Instructie
Vandaag lezen wij samen een tekst over de lente. Vervolgens beantwoorden we vragen over de tekst op Lesson up.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
We lezen met elkaar de tekst en maken opdracht 2 en 3.
Doe goed mee en als je iets niet snapt, steek je je vinger op om het te vragen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Tekst lezen
We lezen met elkaar de tekst die je krijgt op je blaadje.
Je mag tijdens het lezen woorden onderstrepen of woorden erbij schrijven.
De tekst kan je gebruiken bij het beantwoorden van de vragen.
Succes!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Tekst lezen
Neem de tekst voor je en lees mee.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vragen over de tekst
Op de volgende slides staan vragen over de tekst.
Denk goed na voor je het antwoord typt.

Succes.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

1. Welke drie sei-zoe-nen staan in de tekst?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

2. Wat doen veel dieren in de lente?
(r. 2-4)

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

3. Waarom is het woord lente er niet voor niets? (r. 7-9)

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

4. Wat is een ander woord voor ge-luk-kig? (r. 11) Noem twee woorden uit de tekst. (r. 12-15)

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

5. Wat gebeurt er met de zon rond 21 juni? (r. 18-21)

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Woordenschat
Je krijgt een woord te zien en een keuze uit 4 andere woorden. Het is de bedoeling om het juiste woord te vinden. Maar let op: je moet het woord zoeken wat het omgekeerde is.
Hieronder staat een voorbeeld
Wat is het omgekeerde van dieren?
begin, donker, iets, mensen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat is het omgekeerde van:
Wakker te worden (r.3)
= niet
A
ondergaan
B
te gaan slapen
C
verdrietig
D
mensen

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het omgekeerde van:
niets (r.7) = niet
A
begin
B
donker
C
verdrietig
D
iets

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het omgekeerde van:
licht (r.8) = niet
A
begin
B
donker
C
verdrietig
D
iets

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het omgekeerde van:
vrolijk (r.15) = niet
A
blij
B
donker
C
verdrietig
D
begin

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het omgekeerde van:
einde (r.18) = niet
A
blij
B
donker
C
verdrietig
D
begin

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het omgekeerde van:
opkomen (r19.) = niet
A
mensen
B
donker
C
verdrietig
D
ondergaan

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Leesstrategieën
Je krijgt zo een zin te zien met een  vraag. Kies het juiste antwoord.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Dit komt door twee stofjes die je lichaam aanmaakt. (r. 12-13) Wat komt door twee stofjes?
A
dat de winterslaap voorbij is
B
dat het lente is
C
dat je je blij voelt

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Dan maakt je lichaam deze stofjes aan. (r. 14) Wanneer maakt je lichaam deze stofjes aan?
A
als het de langste dag van het jaar is
B
als je buiten in de zon wandelt
C
als je vrolijk bent

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Dat gebeurt elk jaar rond 21 juni. (r. 19) Wat gebeurt er dan?
A
de kortste dag van het jaar
B
de langste dag van het jaar
C
de winter begint dan

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Afsluiting
Op de volgende slides staan een aantal vragen over de tekst.

Slide 28 - Slide

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 
Schrijf drie dingen op die je van de tekst hebt geleerd

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Wat vond je moeilijk?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Welk cijfer geef je jezelf ?
010

Slide 31 - Poll

This item has no instructions

Welk cijfer geef je mij voor de les?
010

Slide 32 - Poll

This item has no instructions

Wat zou/kan ik de volgende keer beter of anders doen?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions