delend lidwoord

Het delend lidwoord
Du dela de l' of des

Bestaat niet in het Nederlands.

Geen lidwoord voor het zelfstandig naamwoord in het Nederlands:

dan krijg je in het Frans het delend lidwoord

1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Het delend lidwoord
Du dela de l' of des

Bestaat niet in het Nederlands.

Geen lidwoord voor het zelfstandig naamwoord in het Nederlands:

dan krijg je in het Frans het delend lidwoord

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

delend lidwoord
du - de la - de l' - des : als je in het Nederlands geen lidwoord gebruikt (bijv. : koffie, appels, jongens, meisjes, kaas -> ... ?)
Maar: delend lidwoord wordt de/d' :

1. na ontkenning (il n' a pas de copains, hélas)
2. na hoeveelheidswoord (elle a mangé beaucoup de tartines au petit déjeuner)



Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

welke vier delende lidwoorden zijn er in een gewone zin?
A
du, de la, des, de l'
B
de les, de la, de le, des
C
des, da, du , de l'
D
geen

Slide 10 - Quiz

na een ontkenning of een hoeveelheid krijg je ...... of ............

Slide 11 - Mind map

wanneer krijg je weer een gewoon lidwoord?
A
na een hoeveelheid
B
na een werkwoord met een gevoel
C
na een komma
D
in de zomer

Slide 12 - Quiz

je mange .......... frites

Slide 13 - Mind map

je mange 3 kilos ...........frites

Slide 14 - Mind map

je ne mange pas ............. frites

Slide 15 - Mind map

j'adore .......... frites!

Slide 16 - Mind map

maak de opdrachten!

Slide 17 - Slide