1. Je weet globaal waar je in periode 3 aan werkt.
2. Je kent de basisbegrippen van argumentatieleer.
3. Je hebt het e-book argumentatieleer gedownload.
4. Je kunt argumentatie halen uit teksten.
Slide 2 - Slide
argumentatieleer
1. Maak groepen van 4 personen.
2. Definieer met elkaar de begrippen standpunt, argument, subargument, tegenargument, objectief argument, subjectief argument, onderschikkende argumentatie, nevenschikkende argumentatie.
timer
5:00
Slide 3 - Slide
Stel, tijdens de maatschappelijke stage werk je een paar weken bij kinderopvang ‘Het warme nest’. Tijdens een werkoverleg wil de directie met het personeel praten over een lastige kwestie: wat moeten we doen als een kind ziek wordt, laten ophalen door de ouders of paracetamol geven? Jij mag aanwezig zijn bij het werkoverleg. Je hebt toevallig vorige week de tekst over Ilona gelezen en je bereidt je op het overleg voor door meer over het onderwerp te lezen.
1. Lees de tekst ‘Paracetamol, het verboden wondermiddel op de opvang’ aandachtig door. Onderstreep belangrijke informatie.
timer
5:00
Slide 4 - Slide
2. Stel, jij wilt tijdens het werkoverleg duidelijk maken dat je vóór het toedienen van paracetamol bent.
Welke argumenten zou je op basis van de tekst kunnen aandragen? Geef regelnummers.
Slide 5 - Slide
3. Je wilt je ook voorbereiden op de argumenten die anderen kunnen noemen.
Welke argumenten zouden personeelsleden van de opvang kunnen aandragen tegen het toedienen van paracetamol? Geef regelnummers.
Slide 6 - Slide
4. Uiteraard wil jij als slimme jongeling de argumenten van de personeelsleden kunnen ontkrachten.
Welke tegenargumenten kun jij aanvoeren tegen de argumenten van die personeelsleden? Geef regelnummer.
Slide 7 - Slide
5. Lees de drie ingezonden brieven die naar aanleiding van de tekst ‘Paracetamol, het verboden wondermiddel op de opvang’ in de krant zijn geplaatst.
Een van de brievenschrijvers is het eens met de auteur van de tekst ‘Paracetamol, het verboden wondermiddel op de opvang’. Hoe heet die brievenschrijver?
timer
5:00
Slide 8 - Slide
6. De twee andere brievenschrijvers zijn het oneens met de auteur van de tekst ‘Paracetamol, het verboden wondermiddel op de opvang’.
Welk overeenkomstig argument voeren ze beide aan voor hun opvatting?
Slide 9 - Slide
deze week
1. Download uit Som: Module 3a Argumentatieleer - Module Examentraining
2. Lees vanaf de eerste pagina.
3. Maak deze week opdracht 1 t/m 15.
4. Zorg ervoor dat je ook je boek 'Talent' bij je hebt.