§2.1 Pinpas of portemonnee?

• Economie
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Paragraaf 2.1

Pinpas of portemonnee

Programma

• Uitleg §  (10 min.)
• Zelfstandig aan het werk (30 min.)
• Afsluiting (5 min.)

Betaal je vaker met contant geld of met je pinpas?

Contant

Pinpas

Geef jij met name chartaal geld of giraal geld uit?

Ik doe het voor...

Ik heb €4.076,- op mijn bankrekening staan. 

Aan het eind van de maand krijg ik er €1.234,- erbij. 

Voor mijn maandelijkse boodschappen geef ik €567,34 uit. 

Wat is mijn nieuwe saldo?

Wij doen het samen...

Ik heb €546,- op mijn bankrekening staan. 

Aan het eind van de maand krijg ik er €235,- erbij. 

Voor mijn avondje uit ben ik €120,- kwijt. 

Wat is mijn nieuwe saldo?

Je hebt € 20 op je bankrekening staan. Op de bankrekening krijg je € 10 zakgeld van je ouders. Je koopt mascara en pint daarvoor € 7,50.
Wat wordt je nieuwe saldo?

€ 15 + € 10 - € 7,50 = € 17.50

Noem een voordeel en een nadeel van elektronisch betalen.

1. Directe ruil
2. Indirecte ruil

1. Directe ruil
2. Indirecte ruil

Noem een nadeel van elektronisch betalen.

Opdrachten

Je maakt:

• Opdracht 2 t/m 10 (blz. 38).

Wat ga je doen als je klaar bent?

• Nakijken (aan docent laten zien!);
• Iets voor jezelf in stilte...

Huiswerk

Maandag 30 oktober: ECO §2.1 af!

Volgende les: §2.2 Waarom zou je sparen?

Welke twee soorten geld zijn er?

Henk krijgt €12,- voor het onderhouden van een tuin. Daarnaast krijgt hij €5,- zakgeld van zijn ouders. Voor een bezoekje aan de bioscoop met zijn vriendin betaalt hij €4,-.
Wat is zijn nieuwe saldo?

1. €13,-
2. €12,-
3. €14,-
4. €15,-

Wat is directe ruil?

1. Je ruilt een goed /dienst tegen iets anders zonder geld te gebruiken.
2. Ruil waarbij je geld als ruilmiddel gebruikt. Je koopt dus iets.

Wat is indirecte ruil?

1. Je ruilt een goed /dienst tegen iets anders zonder geld te gebruiken.
2. Ruil waarbij je geld als ruilmiddel gebruikt. Je koopt dus iets.

Volgende keer...

2.2 Waarom zou je sparen?

Huiswerk volgende week = 2.1 - 2 t/m 10 af!