What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
BZL 4 (spelling)
1 / 49
next
Slide 1:
Slide
nederlands
Secundair onderwijs
This lesson contains
49 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Shampoo
A
shampo's
B
shampos
C
shampoo's
D
shampoos
Slide 2 - Quiz
Niveau
A
niveau's
B
niveaus
Slide 3 - Quiz
garage
A
garage's
B
garages
Slide 4 - Quiz
logé
A
logés
B
logé's
C
logees
D
logee's
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Diskjockey!
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
ski
A
ski's
B
skis
C
skies
Slide 16 - Quiz
theorie
A
theoriën
B
theorieën
Slide 17 - Quiz
lama
A
lama's
B
lamas
C
lamaas
Slide 18 - Quiz
porie
A
poriën
B
porieën
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Het verkleinwoord van 'pudding' is
A
puddingtje
B
puddinkje
C
puddingje
D
puddingetje
Slide 21 - Quiz
Het verkleinwoord van 'taxi' is
A
taxietje
B
taxitje
C
taxi'tje
D
taxi'etje
Slide 22 - Quiz
Het verkleinwoord van 'vergadering' is
A
vergaderinkje
B
vergaderingkje
C
vergaderingske
D
vergaderingetje
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Hockeytje!
Slide 28 - Slide
Hockeytje!
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Het verkleinwoord van 'logo' is
A
logo'tje
B
logotje
C
logootje
D
logoje
Slide 31 - Quiz
Het verkleinwoord van 'jockey' is
A
jockey'tje
B
jockey'etje
C
jockietje
D
jockeytje
Slide 32 - Quiz
Het verkleinwoord van 'tutu' is
A
tutu'tje
B
tutuutje
C
tutuje
D
tutuu'tje
Slide 33 - Quiz
Het verkleinwoord van 'lening' is
A
leninkje
B
leningetje
C
leningkje
D
leningtje
Slide 34 - Quiz
Het verkleinwoord van 'café' is
A
cafeetje
B
cafétje
C
café'tje
D
cafetje
Slide 35 - Quiz
Het verkleinwoord van 'lolly' is
A
lollietje
B
lollytje
C
lolly'tje
D
lollie'tje
Slide 36 - Quiz
Het verkleinwoord van 'website' is
A
websitje
B
website'tje
C
websiteje
D
webdingske
Slide 37 - Quiz
Het verkleinwoord van 'cake' is...
Slide 38 - Open question
Slide 39 - Slide
Ronaldo blessure
Slide 40 - Open question
Bram training
Slide 41 - Open question
Lars iPad
Slide 42 - Open question
Slide 43 - Slide
Slide 44 - Slide
Slide 45 - Slide
Slide 46 - Slide
Kris voetbal
Slide 47 - Open question
Ine pen
Slide 48 - Open question
Elisabeth kind
Slide 49 - Open question
More lessons like this
3aso vraag 5: spelling
October 2020
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
3DA NED Herhaling Taallab les 21
April 2024
- Lesson with
50 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
le comparatif et le superlatif
March 2023
- Lesson with
31 slides
Frans
Secundair onderwijs
Verkleinwoorden
December 2023
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Lager onderwijs
T4 Spelling Herhaling
February 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
het zelfstandig naamwoord
November 2020
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Verbuigen zelfstandige naamwoorden
March 2023
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
spelling K3
January 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Lager onderwijs