3.1 Fenotype / genotype

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

BIOLOGIE - 3.1 

Hoe zit je er bij?

1. ^_^ prima
2. O_O neutraal
3. =_= gaar
4. :-((( boos/verdrietig

Deze les

Doelstelling:  

voorkennis testen

1) STILTE - individueel - 15 minuten

2) OVERLEG - met mensen aan tafel - 10 minuten

3) AANVULLEN MET BOEK - alleen of samen - 10 minuten

BEGRIPPENLIJST

genotype

fenotype

karyogram

autosoom

homologe chromosomen

geslachtschromosomen

gen

stuk DNA codeert voor

een eiwit wat rood pigment   

 

KARYOGRAM / HOMOLOGE CHROMOSOMEN / 

AUTOSOMEN / GESLACHTSCHROMOSOMEN

CHROMOSOOM

GEN 

(/NUCLEOTIDE)

                          BEGRIPPENLIJST

DNA

DNA + milieu

alle chromosomen netjes gerangschikt

alle chromosomen buiten de X en Y

chromosomen van een paar met dezelfde lengte en vorm

het X en Y chromosoom

gedeelte van chromosoom, codeert voor eiwit

genotype

fenotype

karyogram

autosoom

homologe chromosomen

  geslachtschromosomen

                                              gen

Je fenotype wordt bepaald door je ouders en door het milieu.

1. waar
2. niet waar

Bij een twee-eiige tweeling is:

1. Het genotype en fenotype hetzelfde
2. Alleen fenotype hetzelfde
3. Genotype en fenotype verschillend
4. Alleen fenotype verschillend

Hoeveel paar autosomen heb jij?

1. 2
2. 22
3. 23
4. 46

Hoeveel genen heb jij?

1. 206
2. 4.500
3. 20.000
4. 1.300.000

Geef deze les beoordeling.

1. Onvoldoende!
2. Voldoende.
3. Goed.
4. Zeer goed!

Leg je beoordeling uit:
Wat vond je goed? Wat kan er beter?