Fictie lessenserie

Nederlands
3H4
Fictie les 1
1 / 45
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands
3H4
Fictie les 1

Slide 1 - Slide

Lesdoel
  • Aan het einde van deze les kun je herkennen met welke technieken een verhaal spannend is gemaakt.

Slide 2 - Slide

Lezen uit het leesboek
40 min lezen uit het leesboek (leesboek mag op telefoon staan).

Geen leesboek mee? Maak fictie 3 op blz. 102 (lees het verhaal en begin aan de opdrachten)

Slide 3 - Slide

Lees jij graag spannende boeken?
Ja.
Nee, eigenlijk niet.

Slide 4 - Poll

Wat maakt een boek
spannend?

Slide 5 - Mind map

4.2 Over lezen (blz. 152)
Kijk terug op de boeken die jij de afgelopen jaren hebt gelezen. Schrijf het volgende in je schrift:
  1. Welke boeken vond jij het spannendst?
  2. Op welke manier maakte de schrijver het spannend?

Slide 6 - Slide

Spanning
Gevaarlijke situatie/ gevaarlijke omgeving
Onverwachte wending
Cliffhanger

Slide 7 - Slide

Spanning
Open plekken
Vermoedens
Uitstel
Informatievoorsprong

Slide 8 - Slide

Nederlands
3H4
Fictie les 2

Slide 9 - Slide

Lesdoel
  • Aan het einde van deze les kun je herkennen met welke technieken een verhaal spannend is gemaakt.

Slide 10 - Slide

Lees 'Het grotere plaatje' op blz. 146 - 149

Slide 11 - Slide

Maak opdract:
1.1, 1.4, 1.6, 1.7, 1.8 & 1.9

Slide 12 - Slide

Nakijken 1.1
Ish vertrekt van de farm waar hij is opgegroeid naar de stad om daar te gaan werken, zoals alle zestienjarige jongeren. Maar Ish weet meer dan de anderen. Zijn vader Gus heeft hem alles verteld wat hij weet over hoe het Beheer werkt met Shinu, de berekening hoe oud mensen worden. Door de geheime opleiding van Gus moet Ish zijn lot in eigen hand nemen, maar hij weet niet wat hem te wachten staat.

Slide 13 - Slide

Nakijken 1.4
Eigen antwoord. Heb je uitgelegd welke elementen je realistisch vindt en welke minder? De gedachtewereld van Ish kan bijvoorbeeld heel realistisch op je overkomen, zijn gedachten lijken op die van een onzekere maar toch moedige puber. De gesprekken tussen Gus en Ish kunnen ook realistisch op je overkomen.

Slide 14 - Slide

Nakijken 1.6
Ish is een jongen van zestien jaar. Hij is opgevoed door Gus en Ness. Zij zijn niet zijn echte ouders, hij is door het Beheer aan hen toegewezen toen hij twee was, zoals bij alle kinderen gebeurt. Ish hoort bij de ‘lagere klassen’, mensen die niet heel oud zullen worden en die daarom in de stad moeten werken. Hij mag niet zelf bepalen wat hij gaat doen en hoeft daarom geen intelligentie of creativiteit te ontwikkelen. 

Slide 15 - Slide

Nakijken 1.7
Eigen werk. Heb je twee of drie details toegevoegd of veranderd om de setting na 2021 geloofwaardiger te maken? Bijvoorbeeld: de jongeren worden vervoerd in een futuristisch vervoermiddel, bijvoorbeeld een zelfrijdende bus of een hyperloop of drone. Of de band om de pols is ook een communicatiemiddel.

Slide 16 - Slide

Nakijken 1.8
Eigen werk. Heb je argumenten gegeven met beoordelingswoorden, waarmee je duidelijk maakt wat dit verhaal met je doet, hoe realistisch je het vindt en/of wat je vindt van de keuzes van de personages en de boodschap van het verhaal?

Slide 17 - Slide

Nakijken 1.9
Dit verhaal behoort tot het genre dystopie.

Slide 18 - Slide

Lezen uit leesboek
Ga verder met het lezen uit het leesboek.

Slide 19 - Slide

Nederlands
3H4
Fictie les 3

Slide 20 - Slide

Lesdoel
  • Aan het einde van deze les kun je herkennen met welke technieken een verhaal spannend is gemaakt.
  • Aan het einde van de les kun je beschrijven in welke setting een verhaal zich afspeelt.

Slide 21 - Slide

Setting
Tijd
Tijdloos
Ruimte
Sfeer

Slide 22 - Slide

Opdracht 4 & 5 (blz. 152)
Maak opdracht 4 & 5 op blz. 152 en 153.

Slide 23 - Slide

Lezen uit het leesboek
Lees de rest van de les uit je leesboek.

Slide 24 - Slide

Nederlands
3H4
Fictie les 4/ 5

Slide 25 - Slide

Lesdoel
  • Aan het einde van de les kun je de theorie van de vorige lessen toepassen.

Slide 26 - Slide

Huiswerk:
Lees 'Vriendschapsverzoek' op blz. 198



Je hebt hierbij opdracht 1 gemaakt.

Slide 27 - Slide

Nakijken 1.1
De sfeer is gezellig, feestelijk en beklemmend. De volgende details en woorden roepen die sfeer op: gezellig, gezelligheid, bomvolle en snikhete, met honderden anderen, De sfeer was uitgelaten, Het zweet droop van het plafond en het bier vloog door de ruimte; uitzinnige, debiele Oranjefans; Ik trek dit niet; de opeengepakte meute; zelfs de late aansluitingstreffer … kon ik … redelijk aan; Ik bleef rustig; Geen mensenmassa’s meer voor mij; Geen emoties.

Slide 28 - Slide

Nakijken 1.2
Er zijn drie belangrijke relaties:
– de relatie tussen Pieter en Elin – zij is een meisje dat hij heeft ontmoet toen hij op Sri Lanka vrijwilligerswerk deed en dat hij vijfenhalf jaar geleden voor het laatst heeft gezien. De relatie is intens, maar op afstand: Pieter denkt nog elke dag aan haar en zijn gevoel voor haar is niet veranderd.

Slide 29 - Slide

Nakijken 1.2
Er zijn drie belangrijke relaties:
– de relatie tussen Pieter en zijn ouders (vooral zijn vader) – hij heeft een goede relatie met hen, ze begrepen zijn wens om naar het buitenland te gaan na zijn examen en zijn vader moedigde hem aan om vrijwilligerswerk te gaan doen.

Slide 30 - Slide

Nakijken 1.2
Er zijn drie belangrijke relaties:
– de relatie tussen Pieter en Mark – de relatie is vriendschappelijk, de jongens waren al op de middelbare school bevriend en nu nog steeds, maar Mark begrijpt niet waarom Pieter het niet trekt in de drukte van een volgepakt voetbalcafé.

Slide 31 - Slide

Nakijken 1.3
a Na regel 87, waar het verhaal onderbroken wordt door terug te gaan naar eerdere gebeurtenissen, zodat je nog niet weet waarom Pieters hart stil staat als hij de naam Elin Andersson ziet.
b Deze stelling is waar, want je weet aan het einde van het verhaal niet of Pieter het vriendschapsverzoek accepteert of niet.
c Wat is er gebeurd met Elin, waardoor hij haar al die tijd niet meer gezien heeft, maar nog steeds aan haar denkt?


Slide 32 - Slide

Nakijken 1.4
Het verhaal speelt zich af in Amsterdam (het Museumplein wordt genoemd en het Westerpark), zondagavond iets voor halfacht, in een studentenhuis tijdens de finale van het WK voetbal, dus het is zomer (om precies te zijn: 11 juli 2010). Het studentenhuis is ingericht met IKEA-meubels, de gordijnen zijn dicht en er ligt bedorven eten en veel bier in de koelkast. 


Slide 33 - Slide

Tijd en vertelvolgorde (blz. 205)
Tijdloos
Chronologisch en niet-chronologisch
Terugverwijzing
Vooruitverwijzing
Flasback

Slide 34 - Slide

Tijd en vertelvolgorde (blz. 205)
Verteltempo
Vertelde tijd
Verteltijd
Verteltempo
Tijdsprong

Slide 35 - Slide

Opdracht 
Maak opdracht 3 op blz. 206

Slide 36 - Slide

Nederlands
3H4
Fictie les 6

Slide 37 - Slide

Lesdoel
  • Aan het einde van de les kun je het vertelperspectief benoemen.
  • Aan het einde van de les kun je motieven, thema's en moraal benoemen.

Slide 38 - Slide

Nabeschouwing
Lees de nabeschouwing op blz. 207

Slide 39 - Slide

Opdracht 4
Maak opdracht 4 op blz. 206

Slide 40 - Slide

Vertelperspectief
Ik-vertelperspectief
Personaal vertelperspectief
Auctoriaal vertelperspectief

Slide 41 - Slide

Vertelperspectief
Wisselend perspectief
Meerdere verhaallijnen

Slide 42 - Slide

Vertelbegin en verhaal einde
Inleidend begin
Midden in de gebeurtenissen
Proloog
Gesloten einde
Open einde
Epiloog

Slide 43 - Slide

Thema, motieven en moraal
Thema
Motief
Moraal

Slide 44 - Slide

Lezen uit het leesboek
Lees de rest van de les uit je leesboek.

Slide 45 - Slide