3.3 Verspreiding van het christendom

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welkom!

Geschiedenis

M1

7 maart 2025

Wat ligt er op tafel?

- Schrift, etui, iPad

Planning

• Terugblik 3.3.1
• Uitleg 3.3.2, 3.4.1
• Pauze-momentje
• Aan de slag
• Het Klokhuis 'Willibrord'

Wat was de naam van de grote koning van het Frankische Rijk

Mannen van adel die een deel van het land van de koning besturen

Dit is het stelsel waarin de koning delen van het rijk leent aan leenmannen.

Eigen gebied waarover een heer de baas is.

Boeren die voor een heer moeten werken.

Dit is het systeem waarin een landheer op zijn landgoed of domein samenleeft met zijn horige boeren.

Tijdvak 3:

Tijd van Monniken en ridders

3.3 Verspreiding van het christendom

Het christendom

Vanaf 312: het christendom werd de belangrijkste godsdienst van het Romeinse Rijk.

Gevolgen:

• Veel meer mensen in Europa werden christen.
  
• Mensen gingen dit geloof actief verspreiden.
  

De verspreiding

• Missionarissen trokken tussen de vierde en zesde eeuw door Europa. 
  
• Missionarissen: geestelijken die het christendom verspreidden.
  
• In opdracht van de paus.
  

Bonifatius

Willibrord 

ntr.nl

Een geestelijke die rondtrekt om het christelijk geloof te verspreiden

1. Paus
2. Priester
3. Missionaris
4. Monnik

Iemand die leeft en werkt voor de kerk.

De geestelijk leider van de christelijke kerk.

1. Paus
2. Priester
3. Missionaris
4. Monnik

Leven in een klooster

• Monniken en nonnen: veel bidden maar ze werkten ook hard, bijvoorbeeld op het land.
  
• Zij verzorgden de zieken en hielpen mensen bij hun geloof in God.
  
• Leven = sober, dus leven in armoede
  
• Krijgen veel macht omdat ze kunnen lezen & schrijven
  

Monnik

• Leeft in een klooster
• Bidden en werken
• Boeken overschrijven

Priester

• Leeft in een dorp
• Kerkdiensten
• Leest voor uit de Bijbel

Paus

Korte pauze

- Als je naar de wc moet of je fles wil vullen, 

vraag het aan de docent.

- Geen iPad's.

Aan de slag

Wat: maak opdrachten 7 t/m 9 van 3.3

Hoe: alleen, overleggen mag

Klaar? Lees de tekst van 3.4.1

Huiswerk

Wat: maak opdrachten 1 t/m 10 van 3.3

Volgende les af!