P3-PO-Criminaliteit 3

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Wat gaan we doen?

- Uitleg PO criminaliteit (vraag 6, 7 en 8)

- Geheugenoefening 

   kernconcepten

KERNCONCEPT Sociale ongelijkheid (3)

Een situatie waarin (1) in al dan niet (2), consequenties hebben voor hun (3) en leiden tot een (4).

Vraag 6 (15p) 

Wat is volgens jou de oorzaak van de vorm van criminaliteit die je gekozen hebt. 

Leg je antwoord uitgebreid uit. 

Gebruik hierbij zoveel mogelijk de volgende vijf criminologische theorieën.

Rationelekeuzetheorie

Het plegen van criminaliteit is het gevolg van een bewuste afweging van kosten en baten.

Vanuit deze theorie moet je op zoek naar 

welke maatregelen effectief zijn om 

criminaliteit te voorkomen.

Dus ervoor zorgen dat de kosten hoger worden geschat dan de baten.

Gelegenheidstheorie

De gelegenheid maakt de dief'.

- Bereidwillige dader

- Geschikt doelwit

- Afwezigheid van voldoende bewaking

Bindingstheorie

In ieder mens schuilt een crimineel.
Bindingen vormen een rem op

criminele neigingen.

- affectieve bindingen

- economische bindingen

- cognitieve bindingen

- politieke bindingen

Anomietheorie

The American Dream: Als je maar wil, kun je alles bereiken.

- Iedereen wil zo hoog mogelijk op de maatschappelijke
ladder komen (mooi huis, dure auto enz.).

- Er wordt gedacht dat iedereen welvaart kan krijgen, maar in werkelijkheid heeft niet iedereen de kans het te krijgen (sociale ongelijkheid).
- Mensen zullen eerder crimineel worden als zij er niet in slagen hun doelen qua welvaart te halen, bijvoorbeeld door afkomst of gebrek aan opleiding.

Etiketteringstheorie

- De neiging van meerderheden om minderheden, of diegenen die worden gezien als afwijkend van standaard culturele normen, negatief te etiketteren.

Bijvoorbeeld:
Als de blanke meerderheid de gekleurde minderheid heel negatief gaat

bestempelen, zal de blanke politie gekleurde mensen eerder verdenken.

Gekleurde mensen zullen zich dan ook eerder gaan afkeren tegen de blanke meerderheid. Daardoor zullen de criminaliteitscijfers onder gekleurden ook daadwerkelijk gaan toenemen.

Politieke machtsbron

Economische machtsbron

Affectieve machtsbron

Cognitieve machtsbron

Waardevolle kennis.

Middelen tot legitiem uitoefenen van dwang.

Vermogen om andere emotioneel te binden.

Schaarse goederen.

Vraag 7 (15p) 

Welke straf of maatregel is het meest geschikt als reactie op de vorm van criminaliteit die je hebt gekozen?

Welke functie van straffen past daar wel of niet bij?

De functies van straffen

- Wraak en vergelding

- Afschrikking

- Resocialisatie

- Beveiliging van de samenleving

Soorten straffen

- Vrijheidsstraf (levenslang, maximaal tijdelijk 30 jaar, onvoorwaardelijk/voorwaardelijk)

- Taakstraf

- Geldboete (€ 410 - € 820.000)

- Bijkomende straffen (intrekking rijbewijs, stadionverbod, beroepsverbod)

Strafrechtelijke maatregelen

Dit zijn officieel geen straffen, maar slechts maatregelen!

- Onttrekking (in beslag genomen)

- Ontneming van wederrechtelijk voordeel

- TBS (ter beschikking stelling)

Jeugdstrafrecht

- Onder 12

- 12 t/m 17

- Bureau Halt

- Kinderrechter

- 16 t/m 23 jaar (Adolescentenrecht)

KERNCONCEPT Macht (3)

Het (1) in te zetten om bepaalde (2) en de (3) te beperken of te vergroten.

Vraag 8 (15 punten)

Bedenk welke 5 kernconcepten het beste bij jouw onderzoek passen en leg per kernconcept uit waarom.

Maak er wat moois van!

- Woensdag 20 april uiterlijk 23:59 vraag 4 en 5 inleveren. 

- Woensdag 11 mei uiterlijk 23:59 vraag 6, 7 en 8 inleveren.

- Nog vragen? Kom maar op!