4.3 Kun je aan het werk?

Welkom  
4.3 Kun je aan het werk?
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom  
4.3 Kun je aan het werk?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen paragraaf 4.3

Na deze les weet je...
  • wanneer er werkgelegenheid is. 
  • in welke sectoren je kunt werken. 
  • hoe de arbeidsmarkt in elkaar zit.
  • wanneer je meegeteld wordt in de werkloosheidscijfers.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe zat het ook alweer?

Wat is het verschil tussen een abstracte markt en een concrete markt?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is de arbeidsmarkt dan?
Concreet of abstract?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

We spreken van een krappe arbeidsmarkt als de vraag naar arbeid groter is dan het aanbod van arbeid.
Wanneer spreken we van een krappe arbeidsmarkt?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Krappe arbeidsmarkt
Ruime arbeidsmarkt

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

arbeidsparticipatie     
Arbeidsparticipatie

Slide 10 - Slide

Omdat niet iedereen tussen de 15 en 65 jaar oud wil werken, doet niet iedereen mee aan het landelijke werk. Meedoen betekent “Participeren”. 

We kunnen berekenen hoeveel mensen er participeren door de beroepsbevolking als percentage van de totale bevolking tussen 15 en 65 jaar oud te nemen.

Het percentage, hierboven 76,5%, noemen we de participatiegraad: welk deel van de totale beroepsgeschikte bevolking hoort bij de beroepsbevolking?
Maken opgave 4 blz. 115
Klaar? Maken 1 t/m 12
timer
8:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Afmaken 4.3: 1 t/m 12

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions


Welke van de vier productiesectoren zie je hiernaast?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de vier productiesectoren zie je hiernaast?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de juiste beroepen naar de juiste sectoren. 
Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Quartaire sector
Kapper
Brandweerman
Stratenmaker
Aardbeien kweker
Bakker
Verpleger
Winkelpersoneel
Melkveehouder

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Wie zijn de vragers naar arbeid?
A
werknemers
B
werkgevers

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Waar komt het aanbod van arbeid vandaan?

A
werkgevers
B
arbeidsverdeling
C
beroepsbevolking
D
arbeidsmarkt

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Bij een krappe arbeidsmarkt zullen
de lonen waarschijnlijk ........
A
stijgen
B
dalen

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer de vraag naar arbeid kleiner is dan het aanbod van arbeid, spreken economen van een ...
A
krappe arbeidsmarkt
B
ruime arbeidsmarkt

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Als je 14 jaar bent en een krantenwijk hebt hoor je dan bij de beroepsbevolking?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Bij werkloosheid is de vraag naar arbeid groter/kleiner dan het aanbod er van
A
groter
B
kleiner

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

1. Maak vanaf blz. 115    opdracht 2-3-4-8-10

2. Maak op blz. 125   opdracht
Wat vond jij van de lesstof?
<- lastig 
 of 
makkelijk ->
1. Maak vanaf blz. 115   opdracht 2-3-4-8-10

2. Maak op blz. 127    opdracht 
Aan het (huis)werk!
Iedereen: 
Maak de samenvattende vragen 4.3 
Opdracht 26 t/m 42
timer
5:00

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen paragraaf 4.3
Na deze les weet je...
  • wanneer er werkgelegenheid is. 
  • in welke sectoren je kunt werken. 
  • hoe de arbeidsmarkt in elkaar zit.
  • wanneer je meegeteld wordt in de werkloosheidscijfers.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions